Code oranje en Sint-Maarten
We fietsten er gewoon doorheen. Niet zeuren, maar wat harder trappen in een lagere versnelling als je die had. Straatjes binnendoor nemen, dan had je wat minder last van die stevige wind die tegenwoordig storm heet.
Je hoort en ziet toch het weerbericht op de diverse zenders; herhalingen van herhalingen. Tussen die berichten door verslagen van de orkaan Irma – waarom die orkanen altijd dit soort namen krijgen is mij een raadsel.
Nadat ik voor de zekerheid mijn oude, krakkemikkige zonnescherm nog wat vaster zet, zie ik dat er niet veel van Sint-Maarten is overgebleven. Ik probeer me voor te stellen hoe verschrikkelijk dat is terwijl ik naar mijn inboedel kijk. Hoe verschrikkelijk het is als je niets te eten meer hebt, je je kinderen niets te eten kan geven.
Te eten heb ik het over. En je huis kwijt zijn waar wellicht een zonnescherm aan gehangen heeft. Persoonlijke bezittingen zoals foto’s en andere dierbare herinneringen. Of nog erger, zoals dierbaren verliezen.
Maar dat de orkaan alles heeft verwoest wil nog niet zeggen dat je maar moet gaan plunderen. Goede mensen sjouwen geen dozen met tv’s en computers op hun rug mee door het water. Goede mensen stelen hooguit eten. Stelen kun je dat niet eens noemen.
Dat er een tv-actie zou komen wist je wel. En natuurlijk weer aangekondigd door BN’ers die ons moeten aansporen om toch vooral te doneren. In rijen staan ze klaar – vooral diegenen die even wat minder in beeld zijn geweest – om plaats te nemen in een telefoonpanel om aan brandmarketing te doen: kan nooit kwaad om het eigen merk te promoten en aan naamsbekendheid te doen.
Wat zijn ze toch goed. Vertellen tranentrekkende gesprekken die ze gevoerd hebben met mensen die nog dagen onder de indruk zijn van hun gesprek met de BN’er.
Een jongetje komt de inhoud van zijn kapotgeslagen spaarvarken, wel tien euro, brengen. Tranen van ontroering bij de presentator. Het jochie is zelf haast in tranen – ja, als je gedwongen wordt door je vader met die hamer in zijn hand… Vader wil ook wel eens op tv komen. Wie weet krijgt hij de kans om de naam van zijn bedrijf te noemen.
Het Rode Kruis zorgt ervoor dat al het geld en/of de goederen bij de juiste mensen terecht zullen komen. Dat zal wel. Maar wie garandeert mij dat tot ‘de juiste mensen’ niet die dozen sjouwende criminelen behoren?