Parade-bubbel
Werken op de Parade.
Het is niet dat alles backstage anders is, maar alles wordt wel intenser. Ben je vrolijk, dan kan je dat met zo’n 200 mensen delen. Ben je ziekig, dan heet dat Parade-tyfus want het is koud en het regent. Wil je drinken, dan drink je misschien wat meer want leven in het nu.
Ik zou graag meer over mijn tijd op de Parade willen schrijven, maar omdat ik met zoveel mensen rekening wil houden moet ik mezelf censureren; wat gebeurt op de Parade blijft op de Parade. Ik ben altijd vrij braaf geweest, buiten mijn medeweten om zijn er op het campingterrein dingen gebeurd die waarschijnlijk nóg intenser en mooier zijn geweest dan zoals ik ze ken.
Het is leuk om te denken dat wij in de zomer de enige zijn in zo’n bubbel. Dat je onder elkaar benadrukt dat het ‘wel erg gek is’ is je buiten de Parade te begeven, onder de gewone mensen te zijn. Het Parade-gevoel te benoemen, Parade-gesprekken te hebben. Maar het is niet meer dan een bubbel: ik ken mensen die naar Taizé gaan en die het ook hebben over het Taizé-gevoel. Die op een yoga-retraite gaan of op Oerol werken. Allemaal de eigen bubbel, allemaal de hoop koesteren dat we uniek zijn omdat wij dit hier en nu mogen meemaken.
Laat dit dan mijn bubbel zijn.
Ik ben een van de weinigen die het al negen jaar onafgebroken doet. ‘Dit jaar wordt echt mijn laatste jaar’, begon ik ook dit jaar. Ik laat het nog even open.
Een magisch verlicht festivalterrein, zeker na sluitingstijd. Waar Zweven een nationale sport is binnen ons eigen dorp, waar we een Zweefwedstrijd hebben en alle dorpelingen zich verzamelen rond het dorpsplein dat we de Zweefmolen noemen.
Wat een hele fijne plek is om volwassen te worden.
Waarvan ik het geluk heb mogen hebben in die negen jaar honderden mensen te hebben leren kennen, mensen die ik soms erg stom of nep vond maar vaker nog fascinerend, briljant en mooi.
Waar het geurt en kleurt van de Snoepkraam, de Martini Bar, de verlichte luiken van de Kiosk, het bier, de verse vis, de curry, de aparte ijsjes, de scroppino’s! Waar we tot drie uur ‘s middags kunnen ontbijten, op een plek die overdag het Patronaat heet en ‘s nachts de Doorzak – de enige voorstelling die ontoegankelijk is voor bezoekers.
Oh Parade, ik kan niet met en ik kan niet zonder je.