Ongevraagd advies. Doe het niet.
Ongevraagd advies, ik haat het. Echt. ALS, ALS ik iets van advies wil, dan vraag ik er echt heus best wel eens om. Punt. Ongevraagd advies is namelijk niet altijd echt goedbedoeld. Althans, het is toch een miniscuul kritisch puntje wat je ook meegeeft. Als bonus. Niet altijd 1- 2- 3 zichtbaar, hoorbaar, merkbaar, maar na flink filteren (waarom? Zij? Hij? Nu? En Hoe dan?) weet je..diegene zag/merkte/voelde/denkt er iets van of van mij. Vergeet even niet, dat het een perspectief is, op een moment, in een bepaalde context die je niet zomaar zelf mag ‘pakken’.
Toen ik zwanger was van mijn dochter 12 jaar geleden, was ik even een kleine periode, de laatste, gevormd tot het niet erkende zusje van Free Willy. In de bloedhitte en met een zwangerschapsvergiftiging (nog niet ontdekt) zwol ik op tot een oceanologisch wonder. Waren de eerste vragen gericht op : ‘Krijg je er drie?’ Kreeg ik op iedere tramhalte, pitstop-plekje (en het waren er veel want meer dan drie honderd meter waggelen lukte mij op oerdegelijke slippers niet meer met 30graden) te horen wat ik wel niet (meer) moest eten, dat ik zoutloos had moeten eten uberhaupt en dat ik meteen na de zwangerschap aan een soort groente-infuus moest. Wildvreemden, familieleden en soms een onhandige (inmiddels ex) vriendin. Het deed zeer soms. Want ja, ik was heus wel bewust van mijn omvang en daarnaast, knapt een mens hier echt van op?
Na de bevalling kwam de zogeheten mamarazzi als een terroristische groepering zich bemoeien met mijn zaken in het openbaar. En nee, ik had geen dictatoriaal dicterend dochtertje, maar het waren dingen die het leven NOG leuker konden maken voor ons. “Wiethefuckbenjij?’ dacht ik dan, want ik was zo niet op zoek naar advies. Helaas was ik door enigszins moeder-moeheid te slap om bijtende repliek te geven en keek als een guppie maar wat schaapachtig terug.
Jaren later heb ik inmiddels wel leren terugkaatsen. Soms met een ‘ikweetdatjehetgoedbedoeldmaar’ – glazuurtje er omheen, soms een harde kaats.
Van de week bij een supermarkt stonden twee vrij oude vriendinnen. De een zei tegen de ander ; ‘Zou je nou wel weer aan de chocolade gaan? Waarom neem je niet lekker een appel?’ Stilte. De ander keek haar aan en zei: ‘Je hebt zelf een appelfiguur’. En ze liepen met rollator en al verder. Hulde. Echt.