De was van de buurvrouw
Momenteel woon ik in een appartement waarbij een galerij de huizen verbindt.
Liefkozend noem ik het ons balkon.
Het is niet echt romantisch, en om er weg te kunnen dromen moet je verschillende drempels over.
Net kwam ik terug van een rondje met mijn hond, en grote witte onderbroeken straalden me tegemoet.
Mijn eerste reactie was, sjonge, ik zou zelf toch meer moeite doen om ze te verstoppen.
Zelf heb ik ook wel eens iets buiten afgehandeld. Altijd met minimaal geluid, misschien wat rooklucht, maar verder onmerkbaar.
Alles dat geen hip jurkje was, met een voor mij kleine maat, durfde ik niet aan de buitenkant te laten waaien.
Wanneer je een rondje weilanden doet, zie je veel frequenter wasgoed, vooral groot en wit.
Of misschien valt t meer op, tussen de verrukkelijke vergezichten.
Dan bedenk ik me dat er een uitdrukking is, die de uitkomst had kunnen zijn van mijn hersenspinsels.
De vuile was buiten hangen. Niet dat je dat graag doet, natuurlijk.
Zou er voor het ontstaan van deze vergelijking ooit iemand letterlijk remsporen hebben getoond?
En dat dan alle boerderijen eromheen direct die vrouw minachten.
Niet de man natuurlijk, die kan er ook niets aan doen dat zijn vrouw zo lui en labiel is.
Volgens mij is het nog steeds zo dat het verbergen van vuile was voor velen een dagtaak is.
Zelf heb ik net mijn complete huis visite-proof gemaakt.
Maar ook wat betreft zaken die onzichtbaar zijn, kan ik niet ontkennen dat ik regelmatig bewust niets zeg.
Diepere rondzwervingen, overtuigingen en moeiten zijn immers persoonlijk.
Behalve op sociale media dan.
En dan het liefst net na een ruzie of scheiding. Of wanneer er verder niets te melden valt.
Alles wordt buiten gehangen, om een frisse wind direct te vervuilen.
Mondkapjes op, en doorkijken tot je ogen vierkant zijn.
Hoe bekender hoe beter.
Het rotte is dat de goegemeente dit gedrag kopieert en aanneemt dat dit is wat je doet wanneer je tot de ‘top’ behoort.
Instabiele en mega-onzekere figuren worden klakkeloos nagevolgd.
Gespreksonderwerp van zelfs kranten, die trouwens geen plaats hebben voor een cynische column.
Dan kijk ik liever naar stralend wit, trots buiten in de schone wind.
Tevreden haal ik nog een een keer diep adem, midden op een stads balkonnetje.
Hang het maar lekker buiten hoor, buurvrouw!