Beu, weg uit Nederland, maar waar heen dan wel?
Koba vertrok naar Zeeland, waar ze ging werken bij Jeugdzorg: ‘Ik kwam dus uit de Bijlmer, en ik dacht: Zeeland zal heel rustig worden. Nee, hoor. In Vlissingen zitten heel veel drugsverslaafden. Ook Nederlandse gezinnen. Dan gaat het vaak om geweld. Bijv. cocaïneverslaving. Vaak mensen met een laag IQ. Veel zwakbegaafden.
Je hebt mensen die zelf ook als kind geweld hebben meegemaakt, zelf verkracht zijn, dat zet zich voort, die slaan hun kinderen ook weer. Alleen als ze in therapie gaan en er iets aan doen, dan houdt het op. In de jeugdzorg heb ik ook te maken gehad met Polen. Vreselijk. Zuipen. En dan slaan. In Terneuzen had je coffeeshop Checkpoint. Dat was een van de grootste afnemers van drugs. (…) Een zootje!. Heel veel criminaliteit. In Terneuzen heb ik ook nog een cliënt gehad waarbij de coke thuis werd bezorgd met een scootertje.
Sas van Gent, dat is echt het afvalputje van Terneuzen. (…) het stikt er van de Oost-Europeanen. Dat is een vreselijk dorp. Marokkanen laten die kinderen altijd buiten lopen. Dan krijg je heel klachten van overlast. Maar ze vinden dat dat niet hun zorg is. Soms werd je bij Marokkanen niet binnengelaten. Dan moest ik later terugkomen met een man. Als vrouw word je niet serieus genomen. Op een bepaald moment dacht ik: wegwezen! Toen heb ik in Afrika een huis laten bouwen.‘
Ook voor de IT’er Alexander komt de emigratie dichtbij. ‘Ik zou misschien terug kunnen gaan naar Engeland, dat voelt wel een beetje als een second home. Ze hebben daar ook zat problemen, maar ze onlangs wel uit de EU gestapt. (…) Ik kan met mijn werk overal wonen. Japan is ook een idee. Ik kom daar vaak voor mijn werk.’
De joodse psychotherapeut Sam heeft de knoop doorgehakt. ‘In december gaan we naar Israël. We hebben ons voorgenomen om daar te gaan wonen. Het gaat hier allemaal de verkeerde kant op. Mijn jongste dochter wil ook in Israël wonen. (…) Israël is een gevaarlijk land. Maar ik voel me daar beter beschermd door Netanyahu dan hier door Rutte.’
Uit ‘KWAAD’ van Joost Niemöller. De auteur legde de geïnterviewden (een dwarsdoorsnee) geen vragenlijst voor, maar heeft hun eigen verhaal opgetekend. ‘Een samenleving die haar grote problemen tot taboe verklaart, gaat aan die problemen ten onder’, sluit Niemöller af.