Zittend plassen
Ik, man, ben met de neus op de feiten gedrukt: in gezelschap van haar vriendin en haar vader en diens vrouw en de moeder van die vrouw werd door mijn nicht (een échte, dus geen neef die nicht is) vriendelijk verzocht bij mijn volgende bezoek aan haar voortaan in voorkomende gevallen zittend te plassen. Zij ergerde zich eraan en de vriendin knikte instemmen. ‘Ik moet het allemaal weer schoonmaken’, voegde zij er aan toe.
Was ik beledig of boos? Neen, wij mannen herkennen de talloze druppeltjes vlak vóór de pot, die – als het er weinig zijn – even discreet weg vegen met een stukje closetpapier. Daar is geen beginnen aan wanneer je je op een groot complex bevindt, waar velen moeten wateren. Het probleem doet zich niet voor wanneer bij de zogenaamde potten. Denk maar de reclame jaren geleden van de zingende mannen van Texaco.
Het vriendelijke verzoek heeft indruk op mij gemaakt. Sinds die tijd voer ik het verzoek overal uit en het is heel relax om dan van de gelegenheid gebruik te maken om facebook door te nemen. Ik ben me ervan bewust dat ik een erg banaal onderwerp aansnijd, een soort taboe waar niemand het over heeft. Het banale onderwerp heeft toch als het ware bezit van mij genomen.
Vragen doemen op, van hoe zit het medisch of wetenschappelijk? Ik heb dat weerstaan; op een werkstuk met allemaal voetnoten zit echt niemand echt te wachten. Ik tast in mijn geheugen. Daphne Deckers schreef in haar column ooit een stuk over het toilet in het vliegtuig. Zij had over ‘ongeleide projectielen’ of zo, meer herinner ik me er niet van. Nu zijn die kamertjes zó klein dat ik als lange man vanzelf ben gaan zitten. Als alleenstaande vrouwen de wc bril omhoog zien staan, denken ze bij zichzelf: ‘o jee, ik heb een man in huis gehaald’. Dat probleem is dan meteen opgelost. Dáár hield ik overigens vroeger wél rekening mee.
Waarom die bril dan beweegbaar is, weet ik ook niet. Intussen bedenk me dat ik zodra dit onderwerp ter sprake komt andere mannen zal deelgenoot maken van dit mannenprobleem waarvan we geneigd zijn dit een ‘vrouwenprobleem’ te noemen. Dit zou echter oneerlijk zijn. Als die mannen dat op hun beurt dit ook weer bespreekbaar maken in hun club of op de kazerne dan komt er een verandering in de maatschappij ten goede. En daar is behoefte aan.