Zes jaar
Zes jaar. Dat is meestal de tijd die een kind aan de basisschool spendeert. Ik had een jaar extra nodig. Het is de tijd die ik aan het vwo spendeerde. Het is meestal de tijd die een student nodig heeft om mijn studie te voltooien. Mij was twee jaar extra gegund. Het was ook de tijd van een van mijn langstlopende projecten bij mijn werkgever.
Zes jaar. Voor mijn gevoel begon mijn leven toen pas. Maar dat van hem was op dat moment al bijna afgelopen. Hersenstamkanker. Ik heb twee jaar geleden mijn moeder aan kanker verloren. Ik probeer me voor te stellen wat het voor een moeder betekent als ze te horen krijgt dat ze haar zoon aan kanker gaat verliezen. Hoe ga je zoiets aan je eigen kind uitleggen? En hoe gaat een kind daarmee om?
In december kende iedereen zijn naam: Tijn Kolsteren. Heel Holland lakt. Maar het ging niet om Tijn of om zijn nagellakactie. Het ging om de kinderen. Tijn was blij dat hij op zijn zesde nog leefde. Die andere kinderen waren als gevolg van een longontsteking al veel eerder gegaan. Hij wilde iets voor die kinderen doen. Hij was al tevreden als hij voor Serious Request een paar duizend euro binnen zou halen. Het werden miljoenen. Niet alleen miljoenen euro’s, maar ook de verbondenheid van miljoenen mensen. Alle heersende ruzies en conflicten werden opzij gezet voor hem en zijn actie. Politieke tegenstanders werden medestanders.
Dat jaartje extra. Of misschien wel twee jaar. Dat gunden we hem allemaal. Een scholier, een student en een afgestudeerde in het lichaam van een zesjarig kind. Die naar onze mening iets heel bijzonders deed, maar het zelf iets vanzelfsprekends vond. Omdat we op de wereld zijn om elkaar te helpen.
Op de zevende van de zevende is hij gegaan. We hebben hem in onze harten gesloten. Er zit dus een Tijn in ieder van ons. Laat die Tijn in je spreken. Doe iets goeds voor de medemens. Doe het nu, niet volgend jaar of het jaar erop. Al is het maar, omdat je nooit zeker zult weten of jou die twee extra jaren wél gegund zijn.