stomme muntplant
Alles gaat zo traag, en er gebeurd zo veel.
Herkenbaar en onontkoombaar.
Fastfood helpt niet, hartlopen werkt voor even.
Tot ik buiten adem ben.
Allemaal ellendig.
De guppen genoten erg van hun huisje bij ons.
Iets te.
Ze hebben zich vertwintigvoudigd.
Ieder die naar het bakje water keek, of er in leefde, kreeg acute stresssymptomen.
Allemaal verhuist.
Het bankje vol verse kruiden bleek een geromantiseerd idee.
De kruiden wilden niet in de schaduw, en een andere hoeveelheid aqua.
En liever ook niet naast elkaar.
Nu liggen ze voor altijd naast elkaar, in een vuilniszak met nul water of lichtdoorlaatbaarheid.
Allemaal, behalve de munt.
Een familievriend werd naar zijn laatste rustplaats begeleid.
Verlossing en verdriet, zo werd het genoemd.
Met elkaar dragen.
Moeder opvangen.
Allemaal verscheurd.
Mijn omgeving leek het op te geven.
In mij alles dood en verderf.
Donkere wolken verstikken mijn gedachten.
Vertrouwd en onvermijdelijk.
Allemaal zwart.
Overal stof, zand en dierenhaar.
Mijn haren schreeuwen om een douche of de epilady.
Overal viezigheid.
Papierwerk probeert me te begraven.
Allemaal overweldigend.
Ik moet hoop hebben gehad, toen ik de dode takjes munt afknipte.
Te weinig moed om alles op te geven.
Daar waar de dood regeert, steekt iets zijn hoofd boven het maaiveld.
Hoopvol nieuw leven drukt de aarde uit elkaar.
Allemaal onverwachts.
De tranen rollen over mijn wangen.
Snikkend ga ik op de keukenvloer zitten.
Terwijl mijn hart zich warmt, trekken de wolken weg.
De zon straalt bemoedigend de huiskamer in.
Allemaal door die stomme muntplant.