Regen verbroedert

Niels Lunsing 31 jul 2017

In de snelle maatschappij waarin tijd voor elkaar een zeldzaamheid is, valt het extra op wanneer het plotseling wel gebeurt. Een moment waar je van schrikt en niet om gevraagd hebt. Een donderslag bij heldere hemel, maar dan als sociale interactie. Plotseling is daar een regenbui die alles en iedereen een halt toe roept onder een afdakje. Mensen in de rij van een pinautomaat stoppen met wachten. De taxichauffeur doet zijn raampje dicht en op straat rent iedereen rond op zoek naar onderdak. Je kijkt elkaar aan, ruikt de ander, ruikt de regen, start een gesprek met een vreemde en wacht af.

Afgelopen week heb ik genoten van een flinke stortbui. Een moment waarin je in hetzelfde schuitje zit. Je kunt geen kant op en dat zorgt voor een gevoel van saamhorigheid. Een soort WK voetbal gevoel in de kroeg zonder oranje schmink en André Hazes op de speakers. Een vrouw zit gelaten voor zich uit te staren met haar mobiele telefoon en kijkt somber op het schermpje. Naast haar zit een jonge krantenbezorger half voorovergebogen op zijn fiets. Beiden overgeleverd aan de weergoden van vandaag. Samen met de gelaten vrouw en krantenbezorger wacht ik tot wij weer verder kunnen met onze ratrace. Zij mag naar kantoor, hij mag naar zijn volgende adres en ik kijk ernaar. Ik kijk ernaar en zie twee mensen die net als ik ook maar iets doen om de dag door te komen.

Maar toch voelde ik even een moment van samenzijn. Een moment waarin we elkaar even zouden kunnen leren kennen. Een blik van verstandhouding zonder elkaar te kennen of te spreken. Een bijzondere gewaarwording onder een afdakje midden in het centrum. De regen stopt en als onaangepaste wilden verlaten wij onze post. Alsof het nooit is gebeurd. Een top secret overleg van de VN zou zich schamen op de manier hoe wij het afdakje verlieten. Een innige groet was uit den boze en werd bruut vervangen door een stoïcijns afdruipen door de opklarende stortbui. Zij mocht weer verder kijken op haar mobiele telefoon en de krantenbezorger was al aangekomen bij het volgende adres. Ik keek er beschouwend naar, twijfelend of ik de enige was die dit moment zo beleefd had. Was dit de romanticus in mij die de wereld om zich heen niet meer begreep of zijn wij retorisch zo verstoord geraakt dat wij elkaar niet meer willen begrijpen? Ik vrees het laatste.