Moeder-zoon moment
Wattenschijfjes, koffiecups en een ledlamp voor de badkamer. Geen indrukwekkende lijst maar net genoeg om een fietstochtje naar de supermarkt te maken voor een frisse neus. Op dat moment gaat m’n telefoon. ‘Hai mam, heb je nog wat nodig bij AH?” Eigenlijk had manlief twee dagen geleden net alle kasten gevuld met boodschappen, maar opgewekt zeg ik: ‘Ja, gezellig! Ik kom eraan.’ Dit enthousiasme van zoonlief moeten we vooral niet temperen. Als inwonende, studerende zoon is dit zijn bijdrage aan de huishouding: elke maand een tas vol boodschappen die hij zelf mag uitzoeken. Vijf minuten later parkeer ik mijn damesfiets naast zijn transportfiets. Ik koester dit moeder-zoonmoment want die zijn schaars.
Binnen duw ik de kar en hij gooit er van alles in. Pesto, chocoladecruesli, knapperig speltbrood, schuddebuikjes, brie, kipkerriesalade, volle griekse yoghurt … Oei! Artikel 1 van mijn eigen grondwet gaat hier aan gruzelementen: haal niet in huis wat te lekker is. Gauw gris ik er een zak appels bij, twee pakken koffiecups en een fles wasmiddel. Zoon loopt alle gangpaden door, een gewoonte die hij van z’n vader heeft overgenomen waardoor je alles ziet en op ideeën wordt gebracht. De stapel groeit en ik gooi mijn volle gewicht in de strijd om de kar vooruit te krijgen. Uit mijn ooghoek zie ik een grote mand met Verkade-koekjes die in de aanbieding zijn. Nu koop ik al jaren geen koekjes meer, wat ik best een prestatie vind, maar opeens wil ik knappertjes van Verkade. Mijn vingers glijden over de verpakkingen. De kokos- en kaneelvariant kan ik niet weerstaan. Drie pakken verdwijnen in de kar. Bij de kassa vul ik de vier meegebrachte boodschappentassen. Vier vond ik nog een beetje overdreven voor een ritje supermarkt waarbij je eigenlijk niks nodig hebt. Maar de tassen zijn allemaal tot de nok gevuld. Zakken chips, oh wat lekker, leg ik bovenop de uitpuilende bult.
Het kassameisje noemt glimlachend het eindbedrag. Alsof je een emmer leeggooit maar zoonlief trekt zonder blikken of blozen zijn pas. Hij knipoogt naar mij en zegt ‘dat is dan gelijk voor twee maanden’.
Thuis bij de thee neem ik zo’n lekker Verkade-kaneelkoekje. Daarna nog een stuk of vijf. Ik koop ze nooit meer, beloof ik mezelf. Die cruesli weet ik de dagen erna ook feilloos te vinden. In de ochtend ontbijten met schuddebuikjes van Bolletje op een geroosterd broodje hmm… Je dag kan niet meer stuk. Alle lekkers is rechtstreeks mijn zadeltassen ingedaald. Dat moeder-zoonmoment heeft een keerzijde.