Hoe mijn hoofd mijn hart doodde
Van jongs af aan ben ik al een twijfelaar. Het is niet zo dat ik niet weet wat ik wil. En het is ook niet zo dat ik niet voel wat ik wil. Schijnbaar voel ik zelfs heel goed.
Maar elke keer als ik iets voel, komt mijn hoofd ertussen.
‘Nee nee, voel nog eens een keer. Dit kan niet kloppen.’
En de nuchtere persoon die ik ben, ga ik dan natuurlijk alle gevoelens proberen te herleiden. Je kunt iets niet snappen als je niet weet waar het vandaan komt. Ik moest van mijn hoofd alles verklaren.
Je kunt je vast voorstellen dat dit proces eindeloos is: ik voel, ik denk, ik voel, ik denk, ik voel, ik twijfel. Nog maar eens denken…
Ik kon niet altijd weten waar mijn gevoelens vandaan kwamen, maar alle ideeën van mijn hart bevatten enig vorm van risico. Ik zou geld moeten investeren of moeten kiezen voor een opleiding als kunstenaar of schrijver.
Mijn hoofd was verstandig: neem maar geen risico’s. Risico’s kunnen verkeerd aflopen. En je moet wel heel erg goed zijn om door te kunnen breken als kunstenaar of schrijver.
Kies maar gewoon voor zekerheid. Van zekerheid kun je rondkomen.
Mijn hart wilde roepen dat als je maar genoeg je best deed, je ook rond zou kunnen komen als schrijver of kunstenaar. Dat je moet geloven in je dromen en dat je moet geloven in jezelf.
Ik vond mijn hart naïef.
Vanaf dat moment besloot ik dat mijn hoofd mocht bepalen hoe ik moest leven. Het was fijn om niet langer te hoeven twijfelen.
Maar naarmate de tijd vorderde, realiseerde ik me steeds vaker dat ik ongelukkig was. Een huisje, eten en vrienden waren niet goed genoeg. Iets klopte er gewoon niet.
Juist. Mijn hart.
Zonder dat ik het door had, was mijn hoofd een etage naar beneden gegaan (waarschijnlijk via de slokdarm) en was voor de deur van het hart uitgestapt. Toen het hart hem zag, heeft mijn hoofd hem met verstand koelbloedig neergestoken.
Wij leren om verstandige keuzes te maken, maar maakt verstand eigenlijk wel gelukkig? Maakt een leven zonder risico’s gelukkig?
Om te overleven moet je verstandig zijn, maar om te leven moet je gelukkig zijn. En daarvoor heb je je hart, want die voelt niet alleen, nee, je hart WEET.
Na een strijd die eeuwig leek voort te duren tussen mijn hoofd en mijn hart, had mijn hoofd gewonnen en ik verloren.
Weg twijfels.
Weg gevoelens.
Weg geluk.
Hart ik maar beter geluisterd.