Het verliezen van onze kritische zintuigen
Auteur William Boyd schrijft in zjin roman Any Human Heart dat iedere levensloop normaal is en tegelijkertijd bijzonder. Het klinkt beter in het Engels: “Every life is both ordinary and extraordinary”. Het lijkt me echter dat we in onze huidige maatschappij – met door social media – vaak het eerste vieren in plaats van het laatste. We bejubelen wat gemiddeld en banaal is.
Het is makkelijk om een blog te starten of een instagram account. Iedereen kan dat doen. Misschien heb je zin om te koken en wil je een paar recepten delen met mooie foto’s erbij. Als je genoeg volgers krijgt kan je straks een boek hebben en er een hele carriere van maken. Het helpt natuurlijk als je een bekende zus heb.
Metro-columnist Lars van der Werf schreef in zijn eerste column hoe fantastisch het is dat iedereen dankzij social media nu een platform heeft om te laten zien wat ze kunnen. Mijn probleem daarmee is dat alles instant en laagdrempelig is. Soms moet je juiste tijd en moeite investeren om van kunst te genieten en het te waarderen. Bijvoorbeeld een gedicht. Het kost tijd om over de verschillende niveaus van betekenis na te denken. Met moderne kunst is het soms goed om te even pauzeren, om iets te voelen.
Wat volgens van der Werf ook geweldig is aan social media, is dat het publiek bepaalt wat ‘goed’ is. Ik denk daar anders over. Het algemene publiek is namelijk geen goede beoordelaar. Onderschat de rol van critici niet. Ze hebben kennis, kunnen de tekst of het schilderij goed analyseren, ze begrijpen de historische context; ze weten het ‘waarom’ en kunnen allerlei interessante details toevoegen die discussie stimuleert ; dat voegt allemaal iets toe aan je ervaring.
Het is niet mijn bedoeling om te zeggen dat mensen geen kunst zouden moeten maken tenzij zij er onzettend goed in zijn, zeker niet. ‘Practice makes perfect’. Maar wat zich vroeger vooral afspeelde in privesituaties of met familie en vrienden, dat gebeurt nu publiekelijk. Iedereen denkt tegenwoordig dat hij/zij één of een andere talent heeft en dat ze daarom massale aandacht waard zijn; aandacht van complete onbekenden.
Ik zou het van lef vinden getuigen als Metro dit afdrukt, want Metro is hier mede schuldig aan. Ze vieren het gemiddelde kunstwerk en de matige fotografie. Zolang het maar met treinen te maken heeft. Dit is vaak ’bijzonder’ in de betekenis van raar, niet die van ‘bijzonder goed’. Er is een verschil tussen goed in iets zijn en de aandacht van de natie verdienen.