De Maastunnel is dood, Lang leve de Willemsbrug

Joey den Blanken 5 jul 2017

~ De Maastunnel is dood, lang leve de Willemsbrug ~

Het zat eraan te komen.
Twee lange jaren zonder ‘onze’ geliefde Maastunnel. Hard aan renovatie toe omdat het tegelwerk van jaren terug nu eindelijk op het asfalt te vinden is.

Dagelijks graven wij Rotterdammers als wormen een baan door de zwaar verouderde tunnel met de klappen van de Maas galmend boven onze hoofden. Tegel na tegel, aardwerk na aardwerk, de erosie sloeg toch toe. Na jaren van uitstel moeten wij er toch aan geloven. Onze smalle maar fijne, nostalgisch maar kitscherig en antieke poort onder de Rotterdamse waterweg is aan reparatie toe.

Vanaf begin Juli 2017 zal de verbinding Noord naar Zuid afgesloten worden voor de duur van twee lange levensjaren. Zowel het Drooglever Fortuynplein als het Charloisse Hoofd zullen een kwelling worden voor de doorsnee Rotterdammer. Dagen dat de “Rotterdamse Noordeling” via de oudste verkeerstunnel van Nederland, onze eigen tunneltraverse, doorreist richting het mooie beeld van de Euromast zijn verloren. Ben je de trotse inwoner van Rotterdam-Zuid is een bezoek aan het hart van onze stad wel gewoon mogelijk. Hoe vervelend het ook is, de netten hangen nog om de Willemsbrug heen die vol in bedrijvigheid is sinds 1878, of je moet een historicus zijn, dan is het officieël 1981.

Onze Willems, de plek waar wij als Rotterdammers dagenlang de Duitsers wisten tegen te houden. Rotterdamse Mariniers vochten voor elke meter op die beruchte dag van 10 Mei 1940 tot uiteindelijk een vals en gemeen bombardement, 4 dagen later een einde maakte aan onze vrijheid. Rijdend over de Willemsbrug geeft menig Rotterdammer een levendig gevoel. Is het niet de historie die eraan verbonden zit, blijkt het wel de panorama die een mens krijgt vanaf het Noordereiland. Schaduwen van ‘de Hef’ verduisteren het wegdek tijdens de overtocht. Met de Boompjeskade in zicht en een warm beeld van ‘de Zwaan’, voel je dat de weg naar een Metropolis onvermijdelijk is.

Als Rotterdammer scheld ik op mijn stad, maar lach als wij weer één zijn. Ik vloek op het verkeer, maar zwaai uit open raam naar de stadsgenoten. Vrees de omleidingen en drukte in het verkeer, maar voel blijdschap thuis te komen in deze stad. En ik lach om Politiek en de rest van Nederland die niet het ritme bepalen in ons Rotterdam.

Kortom, onze stad is vervelend bij vlagen. Onze stad is tot op het bot vervloekt. Echter, onze stad is een werkstad die constant timmert aan de weg en niet lult, maar poetst.