Angst
Grasmaaien vind ik een van de leukste dingen om te doen. Wanneer ik straks met pensioen ga, zal ik mij bij de gemeente aanbieden als grasmaaier. Zie ik ook nog wat van de mooie omgeving. Ik vind grasmaaien leuk vanwege het directe resultaat, maar vooral door de geur die vrijkomt. De geur van pas gemaaid gras is onovertroffen. Grasmaaien zelf niet want dat gaat nog met veel ongerief gepaard. Er staat bijvoorbeeld nog allerlei gespuis op het gras wat je eerst moet opruimen, zoals het gezellige tafeltje en de hangmat. Het anti-konijnenhekje moet ook weg en ga zo maar door. Verder kan er nog van alles misgaan. Het snoer kan eruit schieten, je kunt met je voet verstrikt raken in het snoer, dat gebeurt mij eerlijk gezegd regelmatig, en je kunt het snoer kapotmaaien, ben je gelijk klaar. Elke keer weer ben ik bang dat dat soort dingen gebeurt. Wanneer het een keer gebeurt, verdwijnt ook de angst. Je kunt bang zijn om in het water te vallen, maar wanneer je in het water ligt is die angst achterhaald, dan ben je bang om te verdrinken. Alle angst is uiteindelijk angst om te verdwijnen, om dood te gaan. Als je geelzucht hebt of roodvonk, hoef je niet meer bang te zijn om dat te krijgen. Je hebt het immers al. Je kunt wel bang zijn om er aan dood te gaan. En wanneer je dood bent hoeft ook dat niet meer. Zo verlost de dood ons van alle angsten en zorgen. Goede vriend in kwade tijden, verlosser die vaak te vroeg komt en soms te laat, zelden komt hij op tijd. Maar goed, als ik dood ben, ben ik bang dat ze me vergeten, zegt iemand dan. Denk je nou echt dat we zo’n wijsneus vergeten en niet snel de grond in stoppen, of de oven? Je kunt nu nog kiezen. Bovendien verdwijnt ook deze angst met de dood. Luister niet naar wat de mensen zeggen. Angst is een wijze raadgever tijdens het leven. Hij waarschuwt je voor al te ernstig onheil, maar na de dood heeft hij weinig meer om handen. Maar goed, even terug naar het grasmaaien. Het is een mooi werkje, maar je moet er niet teveel over nadenken. En het ruikt lekker, beter dan de dood.
Ate Vegter, 2 juli 2017
voor alle verhalen:
www.atevegter.wordpress.com