Alleenstaanden sokken
Terwijl ik mijn hoofd breek over de vele opties die een communicatieplan kunnen bevatten komt mijn jongste dochter vrolijk de trap op rennen. ‘Mam!’ met grote ogen kijkt ze me aan ‘Waarom heb ik eigenlijk zoveel alleenstaanden sokken in mijn kast liggen?’ Ik laat de vraag even bezinken, alleenstaande sokken, tja, dat klinkt als helemaal niet gezellig. Ik zou kunnen uitleggen dat, als er heel veel alleenstaanden bij elkaar in een mandje liggen, ze algauw niet meer zo alleen zijn. Maar ergens denk ik dit nou niet het juiste pedagogische antwoord is. Ik vertel haar vervolgens over het Grote Geheim van de alleenstaanden sokken wasmand in ons huis. Al zolang ik op mijzelf woon heb ik zo’n wasmand die helaas zo nu en dan best vol ligt. Voor ik het weet is ze ijverig de alleenstaanden sokken weer aan het matchen en kan ik weer aan het werk. Later komt ze nog even melden hoeveel setjes ze heeft gemaakt. Ze snapt alleen niet hoe het kan dat de sokken elkaar kwijtraken in de was. Ik overweeg te gaan uitleggen wat alleenstaanden precies zijn, en dat deze mensen elkaar ook kwijt zijn geraakt soms zonder dat het logisch lijkt. Maar ook daar lijkt het me nu niet een moment voor en een beetje te dramatisch, aangezien we het maar over sokken hebben. Maar een antwoord op haar vraag heb ik niet. Sterker nog het is voor mij nog steeds een raadsel na 20 jaar hoe die ‘alleenstaande’ sokken er zijn terwijl ze zo overduidelijk begonnen als setje in mijn was. Het hele feit dat zij ze nu zo noemt maakt me zowaar wat milder richting deze sokken want eigenlijk vind ik het gewoon bloed irritant: blijf gewoon bij elkaar! Voor iedereen net zo makkelijk. Zeker voor mij want ook dat is overduidelijk ik ben ‘hoofd sokken’ hier in huis blijkbaar. Ondertussen zorgt de hele sokken discussie wel ervoor dat ik de actoren analyse in mijn communicatieplan kan aanvullen met de doelgroep alleenstaanden, toch handig best zo’n dochter die met je meedenkt.