Wat onderscheid ons nu echt van apen? Deel I
Even dacht ik gisteravond naar een interessante natuurdocumentaire te kijken, die mij zou vervullen met bewondering voor de natuur. Dat doen die documentaires nu eenmaal met mensen. Maar al snel bleek dat het om onderscheid ging. Mensachtige apen onderscheiden zich van andere dieren door hun duim. Die kunnen ze- net als wij- los van de andere vingers bewegen. Ook kunnen ze- net als wij- hun beide handen twee verschillende taken laten doen: TEGELIJK. Goh, wij zijn dus bijzonder ….. net zo bijzonder als apen?
Dat kan niet waar zijn! Toch doet de voice-over er een schepje bovenop, door te melden dat Bono-apen niet alleen fysiek maar ook mentaal op ons lijken. Deze topdieren zijn namelijk in staat tot empathie. Een aapje dat zich had bezeerd, laat vriendjes beteuterd zijn zere vingertje zien. Ze geven hem een knuffel. Bonos blijken lief te zijn voor elkaar. Veel liever dan andere dieren, die met elkaar vechten om voedsel of sex. De Bonos doen dat niet, want ze hebben lange tijd in overvloed geleefd, luidt de verklaring. Dan is er geen reden om te vechten en kun je gewoon lief zijn voor elkaar. Dan krijg je als bonus meer sex.
Dus waarom mensen niet gewoon met veel sex wereldvrede bewerkstelligen is nu duidelijk: het is de schaarste die ons in de weg zit. En mensen willen meer dan alleen voedsel. Kleding, telefoons, auto’s … het is allemaal schaars. Als je om je heen kijkt, lijken deze dingen wellicht in overvloed aanwezig. Maar ze zijn schaars, omdat onze ogen nu eenmaal groter zijn dan onze maag.
Is dit het dan: vechten mensen alleen maar met elkaar omdat we eindeloos veel goederen willen bemachtigen? En is het enige verschil met apen dat die stoppen als hun maag vol is? Daar zit wat in natuurlijk. Toch vermoed ik dat het echte verschil zit in onze hunkering naar diensten. Wij willen dat anderen zoveel mogelijk voor ons doen: service, please!
En daar kunnen we heel ver in gaan. We willen niet alleen dat anderen dingen doen die wij zelf niet goed kunnen. Nee, het gaat veel verder dan ‘wil je mijn auto repareren?’ en ‘wil je mijn behang op de muur plakken?’ Wil je alsjeblieft geen lawaai maken …. netjes in de rij op je beurt wachten …. je fatsoenlijk kleden …. juichen als ik ook juich …. denken wat ik ook denk?
Ach, waarom doet iedereen niet gewoon wat ik wil? Ik weet tenslotte wat goed is, zei de dictator …. zei de predikant …. zei de politicus ….. zei de fatsoensrakker …. zei …. hé, wat zei ik gisteren ook al weer tegen de buurvrouw?