Stoofpeertjes

Ate Vegter 14 jun 2017

Het is een warme dag. Een ideale dag om in het water te liggen. Ik pak het opblaasbare zwembad uit en blaas het op. Ondertussen lees ik in twaalf talen alle waarschuwingen. Laat kinderen nooit alleen. Surveillez! Nu nog het water erin. Ik sluit de tuinslang aan en loods hem zo konijnproof mogelijk over het terras. Het koude water loopt. Ondertussen loop ik heen en weer met heet water in een gieter die eruit ziet als een roze koffiepot. Stijl is alles. Wanneer de ideale hoeveelheid en temperatuur is bereikt draag ik het zwembad over aan Piep, die zich er heerlijk ontspannen in laat glijden.

Ik ga koken, of wat daarvoor doorgaat. Ik zet twee magnetronmaaltijden in de precies. Twee keer zes minuten, want ze willen er niet samen in. We eten stoofpeertjes met een sucadelapje en aardappelpuree, verpakt onder beschermende atmosfeer. We eten buiten. Ik roep Piep uit het zwembad met zachte wand. We eten aan de lage tuintafel, onder de parasol. Omdat de zon zo laag staat weet hij ons toch wel te vinden. Het is lekker. Dat vind Piep ook:

– Dat vlees is lekker. Het is geen kauwvlees.
– Het is een rundvlees sucadelapje.
– Lekker! Maar dit vind ik niet lekker.
Ze prikt met een opgetrokken neus in de stoofpeertjes:
– Waar smaakt het naar?
– Naar peer? probeer ik.
– Nee hoor, het is vies.
Ik proef nu zelf ook wat nadrukkelijker en stel vast dat het inderdaad niet naar peer smaakt.
– Het is stoofpeer. Dat smaakt anders dan gewone peer.
– En ze zijn rood! Ik eet het niet op.
– Je eet er minstens drie. De rest mag je laten staan.
– Eén dan.
– Drie.
– Eén.
– Drie.
etc.

Ik proef zelf nog even hoe vies ze eigenlijk zijn. Ik vind het lekker, stoofpeertjes. Af en toe. Niet te vaak, zoals vroeger. Ik zit in de tuin met mijn moeder. We schillen de net geplukte peertjes. Een hele emmer. Naast mij staat een grote pan, waar de geschilde peertjes in moeten. Ik laat ze plonzen. Dat mag niet, maar de verleiding is te groot en de pan staat op het gras, dus waarom eigenlijk niet? Het water spettert en vangt het licht van de zon. Ik knipper met mijn ogen. Piep heeft haar stoel verlaten en zit weer in het zwembad. Ze slaat hard op het water. Het spettert en vangt het laatste licht van de zon.

Ate Vegter, 14 juni 2017

voor alle verhalen:
www.atevegter.wordpress.com