Heb jij je handen al gewassen?
‘En, heb je je handjes gewassen? Laat eens aan mamma/pappa zien?’. Ons is geleerd ALTIJD je handen te wassen na het plassen. Maar hier houdt onze hygiëne niet op: als je ook maar even de televisie aanzet, word je overspoeld door de meest wanstaltige reclames over hygiëne; enorme bacteriën, die wel 100.000 keer vergoot zijn. Menig kind durft bijna niet meer te gaan slapen, omdat ze bang zijn dat een bacterie, met zijn enorme kaken en wel veertien ogen, hen aan zal gaan vallen. Of deze reclame: een moeder die haar kind ‘nee’ knikkend aankijkt, omdat het kind een keukenkastje open wil gaan trekken, terwijl hij/zij net lekker in de tuin heeft zitten ravotten, met alweer die ene vraag: ‘Heb jij je handjes wel gewassen?’.
Ja, het is een bijzonder ‘erfgoed’ geworden: de hygiënische perikelen in Nederland. Sterker nog: er schijnt zelfs een verband te zijn tussen het ‘te hygiënisch bezig zijn’ en allerlei klachten. Zo groeit het aantal mensen met huidirritaties, zijn meer mensen intolerant geworden voor bepaald voedsel, is menig kind belast met een allergie en ga zo maar door. Ik zeg wel: er SCHIJNT een verband te zijn tussen die twee, dit is echter wetenschappelijk nog niet bewezen. Ik denk dat je daar geen Einstein voor hoeft te zijn, want eigenlijk is het pure logica: er wordt gewoonweg geen resistentie opgebouwd voor bepaalde bacteriën, omdat alles met een hygiënisch doekje en/of een antibacterieel zeeppompje weg gepoetst wordt.
Ik vraag mij wel af: waarom zijn we hier zo in doorgeslagen? In de prehistorie vroeg een neanderthaler toch ook niet aan zijn partner: ‘Jij, kleine vrouw, kind vieze mond, waar is hygiënisch doekje, kind heeft bizonstaart op. Hij ziek worden!’.
Maar even alle gekheid op een stokje: natuurlijk is hygiëne goed, alleen slaan we er de laatste tijd met z’n allen een beetje in door, vind je ook niet?! Gelukkig zijn er nog genoeg dingen waardoor we alsnog ‘onbewust besmet’ worden met die vreselijke bacteriën! Zo zorgt geld voor een heerlijke stroom van nestelende bacteriën in je handen. Of wat dacht je van de hengsels van een winkelmandje? Iedereen pakt ze beet, met kleffe of zwetende handen. Of het ‘balkje’ op de loopband bij de kassa?! Brrr, da’s pas horror!
Maar geen angst, zolang we hier niet te panisch over gaan doen, en we die wit hard werkende soldaatjes in ons lichaam hun werk laten doen, denk ik dat we met z’n allen nog een lang vrienden zullen blijven met ‘dat grote monster, met die enorme kaken en wel veertien ogen!’.