Gekwaak

Karel Kraakman 7 jun 2017

Begin juni. Het is weer zo laat. De kikkers kwaken weer. Tegenover onze huizenrij is een vrij grote vijver, en daarachter weilanden. Inderdaad, een mooi uitzicht. In die vijver verzamelen zich echter nogal wat kikkers. Die heb je in soorten en maten, maar bij ons hoofdzakelijk groenachtigen en bruinachtigen. Voor het gemak: Linkse Kikkers en Rechtse Kikkers.

Overdag hoor je ze nauwelijks. Dat kan natuurlijk zijn, omdat er nogal wat Reigers in de buurt zijn. Dan is het als zijnde een kikker nu niet direct het handigste om je even luidruchtig te melden. Kun je begrijpen.
Dus overdag houden ze zich redelijk gedeisd.

Vanaf echter de schemertijd- bijvoorbeeld reigers en ooievaars zijn dan in ruste, dan beginnen ze los te gaan. ’s Nachts is het een kabaal, wilt u niet weten. ’t Lijkt wel alsof er duizenden en duizenden zijn, een schare die niemand meer tellen kan.

Sommige mensen, tenminste, tot mijn verbazing vertellen ze mij dat, zetten dan boven ramen tegenover elkaar open zodat het geluid niet in hun huis blijft hangen, maar er doorheen gaat, terwijl ze dan zelf in een zijslaapkamer slapen. Sommige mensen proberen in deze tijd de vakantie te boeken- en anderen komen door die kikkers niet eens in slaap.

Op zich kan ik me er iets bij voorstellen, want het is inderdaad een flinke herrie die ze maken. Eén buurman heeft al een bordje aan de rand van de vijver geplaatst met als opschrift: “Ooievaars en Reigers, hier moet u zijn, dan houden jullie voor ons de overlast klein”.
Het geeft aan hoe men het probleem ervaart.

Een buurvrouw was er recentelijk zelfs voor bij de gemeente geweest en had bij de desbetreffende ambtenaar gevraagd of zij er niets aan konden doen. “Het is een hels kabaal ’s nachts”, had ze geklaagd, “we kunnen er niet van slapen. Zelfs niet met slaappillen. Dat is toch geen doen zo” ?

Ze vertelde me dat de ambtenaar haar aangekeken had en haar de vraag gesteld had: “Ja ja mevrouw. Maar zijn het de bruine- of de groene kikkers waar jullie zo’n last van hebben” ?
Ze had even geaarzeld, maar toen gezegd: “Het zijn de groenen”.
“Tsja”, zei de ambtenaar haar door zijn bril glazig en droog aankijkende: “Maar die groenen, die zijn beschermd. Kunnen we niets aan doen”.
Men zal er hier dus nog een tijdje mee moeten leren leven…