Formateur, jij bent de dirigent…
Op 15 maart 2017 ging een groot deel van de Nederlandse bevolking naar de stembus. Inmiddels zijn we bijna drie maanden verder en we hebben nog steeds geen nieuwe regering. Tussen de partijen die moeten samenwerken om het land te gaan besturen, heerst blijkbaar een enorme verdeeldheid. Is dat een onverwachte wending? Nee, hoor. Ook al heb je geen vooruitziende blikken, dit had je al kunnen voorspellen.
De meningen zijn namelijk niet alleen in Den Haag verdeeld, in alle lagen van de bevolking heeft iedereen zijn eigen wensen en standpunten. Dat is altijd al zo geweest, maar het schijnt nu toch wel erg lastig te zijn om compromissen te sluiten. Maar kijk eens om je heen… Niet alleen Kamerleden, maar iedereen wil tegenwoordig graag zijn eigen mening verkondigen en er is meestal geen goed woord voor diegene die er anders over denkt. De hoge toon wordt regelmatig aangeslagen en tegenstanders wordt nog wel eens wat toegewenst.
Wat dat aangaat, zijn deze verkiezingen zeer representatief voor de huidige staat van de Nederlandse bevolking. Verdeeldheid is de tendens.
De grootste partij heeft niet genoeg zetels en bij de onderliggende partijen staan de neuzen een andere kant op. Of worden de neuzen zelfs minachtend voor andere meningen opgetrokken.
Dus hebben we een probleem. En dat terwijl al genoeg problemen zijn. Het besturen van een land is niet gemakkelijk. Je kunt het namelijk nooit iedereen naar de zin maken. Dus wat doe je als je lijnrecht tegenover iemand zijn ideeën staat, maar wel samen door die deur moet? Dan moet je dus een middenweg vinden, ééntje waar je beide mee kunt leven. Ook al had je het liever anders gezien. Je kunt de argumenten van de ander wel aanhoren en hierdoor zelfs misschien je eigen mening een beetje bijschaven. En anders wordt het een beetje van jou en een beetje van die ander. En de meeste zetels krijgen het grootste aandeel.
Dus mijnheer de formateur, hoe simpel kan het zijn? Zet gewoon de grootste partijen in de kamer, totdat je aan het benodigde aantal zit. Zij zijn de stem van het volk; het achtergrondkoor. Die stem is weliswaar een diepe en donkere stem, die net zolang gesmeerd moet worden totdat hij een heldere en duidelijke melodie voortbrengt. En wie vals zingt, die ligt er uit.