Spreken is zilver….
“Als je niets aardigs kan zeggen, kun je maar beter je mond houden”, wezen mijn ouders me terecht wanneer ik als bijdehante puber weer een triomfantelijke sneer wist te produceren. Nu ik volwassen ben neem ik het advies wat meer ter harte en slik ik met enige regelmaat een botte reactie maar weer in. Ik wil mijn ouders tenslotte ook niet teleurstellen.
Iemand die dit advies waarschijnlijk niet van zijn ouders heeft gekregen, is Auke Kok. Hij vond het nodig om zijn gal te spuien over ontevreden millennials die het alleen maar meezit, geen keuzes durven te maken en die hun tijd verdoen in de rij voor de Melkweg en Amsterdam niet uitkomen. Sorry Auke, wat heb jij meegemaakt dat je zo zuur bent? Baal je ervan dat je met je 54/55 jaar net geen babyboomer bent en dus niet hebt kunnen profiteren van alle voordelen die die generatie heeft gehad? Of zit je midden in je midlife crisis en is het aanschouwen van succesvolle millennials, in de bloei van hun leven, te pijnlijk voor jouw aftakelende jij? Je moppert in je schrijfsels meer over de mooie stad waar je in woont dan dat je deze bejubelt. In een van je laatste columns stel je dat op enig moment de enige boze burger in je omgeving jijzelf was. Ik geloof het meteen.
Beste Auke, ik zal niet ontkennen dat ik een fijn leven heb. Ik woon in een leuke buurt in Amsterdam met een geweldige man. Ik heb een fijne baan, gezellige vrienden en lieve familie. Ik doe veel leuke dingen – ik ga bijvoorbeeld weleens op stedentrip naar Londen, Parijs of New York. Echt waar. En daar geniet ik van. Ik doe er namelijk mijn best voor: ik werk hard, maak moeilijke keuzes en investeer in de dingen en mensen die ik belangrijk vind. En dan ben ik ook best trots. Want hoewel jij ons ziet als een generatie die geen obstakels kent, ben ik afgestudeerd op het hoogtepunt van de economische crisis. Leuk joh, een baan zoeken zonder werkervaring. En als je dan eindelijk een baan hebt én een hypotheek kunt krijgen, is de huizenmarkt zo overspannen dat zelfs drie hoog achter een vermogen kost. Gelukkig mag ik nog doorwerken tot ik minimaal achter in de 60 ben. Hoewel ik er een hard hoofd in heb dat een toekomstige generatie mijn pensioen zal betalen, zal ik dat zeker wel doen voor bijvoorbeeld mijn ouders. En voor zure columnisten die hun beste tijd inmiddels wel hebben gehad. Auke, beter houd je volgende keer maar gewoon je mond.