Pijnlijke stilte
Vroeger was ik er dol op. Zo’n cadeautje waarover creatieve marketingjongens (of meisjes) hadden nagedacht. Zo’n hebbedingetje waarmee de commercie een onzichtbaar draadje spant tussen hun product en de actualiteit. Mijn huis ligt er vol mee. Niet omdat ik er ooit iets mee doe, maar omdat het zonde is om weg te gooien. Althans dat vindt mijn vrouw.
Bij het opruimen van de zolder kwam ik er een tegen. Een prul in optima forma dat in één klap alle goedbedoelde rommel naar de achtergrond deed verdwijnen. Een geschenkje dat ooit met stip op 1 binnenkwam in mijn persoonlijke top 10 van meest onbenullige, nutteloze, milieu verpestende, tenenkrommende producten aller tijden: een opblaasbare rookworst. Van de Hema.
Ik herinner me het gesprek tussen mijn vrouw en mij. Zij vond het leuk en was er destijds enthousiast mee thuisgekomen. ‘Gekregen!’ riep ze, het financiële argument alvast reserverend. Ook vond ze het min of meer vanzelfsprekend dat we het zouden meenemen naar ons 2-kamer appartementje op het Griekse eiland Santorini om er samen met Harry van de Sunweb een vrolijke boel van te maken. Het idee alleen al. Weerzinwekkend, en dus weigerde ik er een plekje in de koffer voor vrij te maken, waarop mijn vrouw pruilde ‘jij doet ook nooit eens gezellig’.
Ik kijk een gegeven paard niet snel in de bek. Zover ligt de crisis niet achter ons, en ik weet zeker dat er een keer een moment komt in mijn leven dat ik denk: goh, wat ben ik blij dat ik mijn opblaasbare rookworst toen niet weggegooid heb. Diep in mijn hart vind ik het misschien nog leuk bedacht ook. In gedachten stel ik mij het telefoongesprek voor tussen de directeur van de Chinese fabriek die de miljoenenorder binnenhaalde, en het hoofd van de afdeling marketing van de Hema. ‘Excuse me for asking, just being curious, but what do you expect people to do with it?’ … waarna zo’n lange pijnlijke stilte valt.