Klein stukje leefbaarheid
Het kleine dorpje waar ik woon, daar zie je buiten de bebouwde kom nog puur natuur, weilanden en ruimte. Aan de horizon een idyllisch kerkje. Een kruidenier plus- met postagentschap, bij de brug aan het kanaal, is de enige voorziening. Daar binnenstappende, waan je je in de middeleeuwen.
Boven de deur een bel die de eigenaar laat weten dat er een klant is.
Een klein koel- en vries gedeelte laten zien dat er wat met de tijd is mee-gegaan. Geldt ook voor de kassa, want middeleeuwen of niet ? Er moet wel afgerekend worden. Kan zelfs met een pinapparaat, alhoewel de eigenaar, niet de jongste meer, liever ziet dat je in contanten afrekent.
Op een uitzondering na, is zelf pakken van producten ‘bonton’. Zoals bij de kruidenier vroeger mag je aanwijzen- en verbaal doorgeven. Dan pakt hij, vanachter de toonbank uit een lange kast daarachter, met allerlei vakken en producten, datgene wat je verlangt. Zuivel uit het koelgedeelte zelf eventjes op datum controleren, voordat je daarop besluit het wel of niet te nemen, is er niet bij. Voor bepaalde producten als brood en vlees, moet ie naar achteren, het magazijntje in. Zit daar in een diepvrieskist.
De zaak bestaat vanaf einde 19e eeuw. Indertijd meer café. Turfschippers kwamen er een borrel doen als ze moesten wachten voordat de brug open gedraaid werd. Alles is altijd goed onderhouden, maar in dezelfde staat- en familie gebleven. Cafégedeelte is ook nog helemaal in tact. Schuif-deuren met glas in loodramen sluiten het af van het winkelgedeelte. Drie cafétafeltjes met van die dikke rode kleedjes erop, en in de hoek een allesbrandertje. Een deur naar buiten, die naar de aanlegsteiger leidt. Van woensdag- tot en met zaterdag, vanaf zes uur (als de winkel sluit)- tot ‘s avonds tien, weten de dorpelingen het nog best te vinden.
Ik weet het, dat de zaak nu nog bestaat, is bijzonder Vanaf eind jaren zestig, vorige eeuw werd het steeds moeilijker voor dit soort zaken. Met de opkomst van de auto gingen mensen er meer op uit. Grotere super- markten werden bezocht. De eigenaar is op leeftijd. ‘Heb geen opvolger’,
vertelde hij mij. Meer dan jammer alleen, want mijn gevoel zegt, dat het tóch anders wonen is hier, als straks deze laatste voorziening misschien ook verdwijnt.