Importchinees

Paula Vaarkamp 4 mei 2017

“Wat heb je lekker gekookt, meis!” grapt een man met volle mond. Ik sta aan tafel om te vragen of hij en zijn gezelschap nog iets te drinken willen. De man heeft een vriendelijke uitstraling. “Ja, hè? Speciaal voor u meneer, omdat ik wist dat u zou komen vanavond.” De man lacht omdat zijn eigen grap een succes was.

Het is donderdagavond en ik ben als gastvrouw aan het werk in een Japans tapasrestaurant. Het is druk. Ik loop nog een keer naar de tafel van de ‘grappige’ man, dit keer omdat hij wil weten wat voor gerecht hij voor zijn neus heeft staan. Ik vertel hem dat het gaat om tonijn sashimi en ik raad hem aan om de vis in een klein beetje soja saus te dippen.

“Klinkt goed. Wat spreek jij trouwens goed Nederlands! En je bent ook zo beleefd.” Ik bedank de man voor zijn ‘compliment’ en vertel hem dat ik in Nederland ben opgegroeid, waarop hij reageert dat ik dan vast geadopteerd moet zijn. Dat klopt, maar dat is niet jouw zaak, denk ik lichtelijk geïrriteerd. Meneer is de niet de eerste op deze avond, die zijn eten refereert aan mijn afkomst. Ik snap het wel (en tegelijkertijd ook helemaal niet): ik ben het enige Aziatische meisje in de bediening.

Ik knik vriendelijk en het wordt even stil. “Hé, maar je doet het goed hoor. Je boft maar dat je zo goed terecht bent gekomen!” Oké, genoeg. Ik vertel de tafel op gepaste wijze dat het erg druk is en dat ik even ga kijken of ik achter de bar een handje kan helpen.

Terwijl ik wegloop van de tafel merk ik dat ik emotioneel word. Achter de bar langs loop ik richting het personeelstoilet. Als ik de deur van het toilet sluit begin ik voor het eerst sinds tijden te huilen. Ik voel me verdrietig, maar tegelijkertijd ook boos. Boos omdat hij niet de eerste maar al de zoveelste was die de ‘zo,-jij-hebt-lekker-gekookt-vanavond-grap’ maakte. Boos omdat ik weet dat dit niet zal gaan veranderen; dat mensen altijd vragen zullen blijven stellen met betrekking tot mijn afkomst of mijn Nederlandse ouders, terwijl ik zelf Chinees ben. En of ze het nou goed bedoelen of niet, het zal me altijd raken.

Begrijp me niet verkeerd, ik ben blij en enorm dankbaar dat iemand mij twintig jaar geleden redde van de straat in China. Maar mensen moeten niet vergeten: ik ben geadopteerd, maar vooral ben ik Nederlander. En dat zal ik altijd zijn.