Ik doe het morgen wel
‘Sporten. Ja, dat ga ik doen. Niet alleen sporten, ook gezonder eten! Vijf kilo gaat er af, deze maand nog. De zomer komt er weer aan, ik wil op tijd beginnen en er goed uit zien in een bikini. Maar vandaag zou ik uit eten gaan omdat mijn moeder 50 jaar geworden is. Dus vandaag telt niet mee. Ik doe het morgen wel.’
Mijn moeder is twee januari 50 geworden. Ik ben drie januari niet naar de sportschool gegaan en ik ben ook niet gezonder gaan eten. Ik zou het mijn God niet weten, want ik koop expres geen weegschaal, maar het zou me niks verbazen als er nog eens vijf kilo bij is gekomen.
Morgen. Morgen staat bij mij gelijk aan sint-juttemis. Mijn lieve vriendinnen en huisgenootjes zien het tegenwoordig als een soort noodkreet. ‘Kirsten, heb jij al kaartjes voor Open Air?’ ‘Nee, koop ik morgen!’ Vervolgens word ik dan aan mijn haren door de huiskamer gesleept onderweg naar een laptop. Zodat ik, onder supervisie, NU de kaartjes ga kopen. Voordat ze op magische wijze opeens uitverkocht zijn. Omdat, je raadt het al, ik ze nooit had aangeschaft.
Schoolwerk, dat ook nog eens. Op de middelbare school was ik in vergelijking tot mijn vrienden een modelleerling. Ik begon ruim op tijd zodat ik nooit stress had en mezelf niet twee dagen van te voren moest opsluiten in mijn kamer met de deuren op slot om wiskunde te halen. Tot ik er op het HBO achter kwam dat je ook wel een voldoende kon halen met minimale inspanning. Dus ook dat, ben ik uit gaan stellen. Ik maak het wel hoor, ik leer ook. Als ik een vak boeiend vind kan ik nog wel motivatie vinden om voor een acht te gaan en niet voor een zesje. Maar vaak genoeg ook niet. En eigenlijk vind ik dat zonde.
Dus toen ik vandaag besloot om een lezerscolumn te gaan schrijven was mijn natuurlijke reactie: ‘dat is een goed idee, doen we morgen!’
Nee, dat doen we dus niet. Vandaag zal die column er komen, want anders komt ie er nooit. En als er lotgenoten zijn die dit toevallig lezen: morgen ga je het niet doen. Doe het lekker vandaag!