Denk aan me
Ironisch toch?
Dat we ooit samen fietsend door de duinen het nummer ‘I won’t give up’ vele malen achter elkaar over de uitgestrekte vlaktes lieten gallen.
Weet je nog toen je bij mij achterop de fiets zat, en we het nummer op een totaal willekeurig moment tegelijkertijd inzetten?
Weet je dat nog?
Weet je nog dat we tegen elkaar zeiden dat dat het lot was? We dachten dat we zielsverwanten waren.
We waren naïef.
Hier staan we dan, tegenover elkaar, ik ontwijk jouw ogen omdat ik bang ben voor jouw blik.
Misschien is dit het lot.
Misschien had het zo moeten aflopen.
Misschien hadden we elkaar moeten vinden en weer kwijt moeten raken.
Een truc van Moeder natuur om ons wakker te schudden en terug te plaatsen in het leven wat we zouden moeten leven.
Want ik ben gelukkiger dan ooit, en ik hoop jij ook, ik hoop dat dit het waard was.
Want dit is het.
Geen tevergeefse pogingen dit wat kapot is nog enigszins in elkaar te plakken.
Het is goed zo.
Het spijt me.
I give up.
Denk nog eens aan me, aan de mooie herinneringen die we desondanks hebben gemaakt.
Denk aan me als in een vage koortsdroom, levensecht, maar slechts een illusie.
Denk aan me als aan dat ene boek dat je ooit hebt gelezen, waarvan nog slechts enkele zinnen in je gedachten zijn blijven steken.
Denk aan me zoals ik was, en zoals ik nu ben en altijd zal zijn.
Denk aan me.
Af en toe.
Vergeet me niet.
Dan vergeet ik jou ook niet.
Beloofd?