Avondvierdaagse

Ate Vegter 31 mei 2017

Het zou moeten beginnen met een mooie gezamenlijke start. Gisteren dan. Maar zoals dat gaat, het gaat anders. Het begint met een lelijke blessure en een lekke band. Ja, zo gaat het. Ik haal mijn dochter op van de naschoolse opvang en ze wil voorop zitten. Dat kan gemakkelijk, al zitten achter voetensteuntjes en voor niet. Het gaat best. We rijden naar huis in een feestelijke stemming, wetende dat we zo voor het onweer begint nog een lekker stukje gaan lopen. Dan moet ik stoppen, want ze wil andersom zitten. Ik rij langzaam maar stop niet. Je kunt zo wel draaien, zeg ik. Kijk maar. Ze draait zich om. Dan is het al gebeurd. We staan stil met haar voet tussen de spaken. De pijn is vreselijk en ze roept om haar mama. Ik troost haar, maar we worden al snel omringd door lieve, bijdehante mensen: zit haar voet tussen de spaken? Omdat het mijn schuld is irriteert mij dat buitengewoon. Ze gaat achterop zitten en we rijden rustig naar huis.

Voor ons huis staat toevallig wat opgeschoten jeugd de grote stad na te doen. Ja, ga even lekker midden op de weg staan, zeg ik, terwijl ik er tussendoor slinger de steeg in. Nu eerst even naar buurvrouw dokter die de enkel en voet in alle mogelijk bochten wringt. Er is niets gebroken en de pijn zakt. We eten wat en samen met vrouw en dochter en buren willen we vertrekken naar de start. Daar is de lekke band. Ik laat de dames gaan en we spreken spontaan af dat we dit jaar om en om meegaan. Zo gemakkelijk gaan die dingen. Even later wil ik mijn band plakken. Het ventiel blijkt losgedraaid. De opgeschoten jeugd. Ik pomp de band op, pak een boek en ga lezen. Heerlijk, zo’n eerste dag.

Tweede dag. Vanavond gaat de route over Overleek. Dat is de langste dag. Het is gezellig en we lopen in een grote groep vrienden en buren. Het is minder heet dan gisteren. Heel aangenaam wandelweer. De route is prachtig. Mooie luchten met daaronder gras, koeien en verspreide boerderijen, waar zie je dat nog tegenwoordig. De kinderen rennen en vliegen heen en weer en lopen zo wel de dubbele afstand, maar de stemming is opperbest en het einde al weer in zicht. Het is voorbij. Je zou het vaker moeten doen. Een paar keer per week kan best. Wat een opbeurende gedachte. We leveren de stempelkaart weer in en dan is het ijsjestijd. Hoogtepunt van een welbestede avond. Wat is Waterland toch mooi. In alle rust fietsen we naar huis. Dochterlief achterop. Voeten op de steuntjes.

Ate Vegter, 30 mei 2017
www.atevegter.wordpress.com