Voor het gevoel
Tielt. Het gaat gewoon verder. Het slachten. Alleen blijven het schoppen, slaan en andere handelingen waar geen ander woord voor is dan ‘martelen’ nu achterwege. Dankzij cameratoezicht. Althans, dat hopen we dan maar. De gedachte dat we live mee kunnen kijken bij de verwerking van levend dier tot hapklare brokken stelt ons gerust. ‘Doet u maar een pond halfom. Ja hoor, het mag best ietsje meer zijn.’
Waarschijnlijk was Tielt geen uitzondering. Immers, de Tweede Kamer stemde in met een motie van Esther Ouwehand (PvdD) om cameratoezicht bij alle slachterijen te verplichten. Camera’s houden iedereen in het gareel, is de onderliggende gedachte. Ze helpen ons om beschaafde mensen te zijn.
Helaas is dat onzin.
‘Maar het werkt toch?’ hoor ik u zeggen. ‘Dankzij die camera’s laten we het toch uit ons hoofd om in het park tegen een boom te plassen? In de super wordt ná het wegen toch geen enkel sperzieboontje stiekem aan het zakje toegevoegd? En sinds kort slaan we toch niemand meer met een betonschaar de tanden uit zijn mond?’
In Nederland hangen een paar honderdduizend camera’s, allemaal om ons een gevoel van veiligheid te bezorgen. En elke keer als er iets gebeurt, iets wat we een ‘incident’ noemen en waarop politici ‘geschokt’ reageren, hangen we er weer een paar extra op. Wij kijken lijdzaam toe en stemmen in met nog meer controle over ons doen en laten; alles voor een nóg groter gevoel van veiligheid.
Helaas, camera’s dragen daar niet aan bij. De bewijzen daarvoor worden ons dagelijks gepresenteerd. We zien hoe respectloos wereldleiders omgaan met vrouwen, met buitenlanders, met andersdenkenden. We zien hoe zij de natuur verkwanselen. We zien hoe zij met vuur spelen en hoe duizenden onschuldige mensen daarvan het slachtoffer worden. We zien hen handelingen uitvoeren waar geen ander woord voor is dan ‘martelen’. Je kunt dat geen ‘incidenten’ meer noemen en de uitspraken van politici dat zij ‘geschokt’ zijn, klinken allang niet meer geloofwaardig. Maar het gaat gewoon door, ondanks de duizenden camera’s die op hen gericht zijn, ook al kijkt de hele wereld live mee.
U en ik laten ons misschien door glas en elektronica in een keurslijf van normen en waarden duwen, maar zolang wereldleiders daar ongevoelig voor zijn, kun je zoveel camera’s ophangen als je wilt: de wereld zal er niet beschaafder op worden.