Instant-Geluk

BrainStorms 19 apr 2017

Er rolt een voetbal door de keuken en op het aanrecht ligt het doosje van een saus, een poedertje waar je 250 ml water bij moet gieten. Ik bedenk me dat ik toch eens zelf iets moet fabriceren. Een roux, room en een handvol vers geplukte ingrediënten, misschien even Google-en voor het beste resultaat, maar moeilijk kan het niet zijn.

Het is een uur of vijf ’s middags en ik sta kipblokjes te wokken, als ineens een jongetje van nu nog tien maar bijna elf, de keuken in komt en zijn smoezelige buitenspeelhandje op mijn rug legt.
‘Mam?’
‘Ja, lieffie?’ Ik kijk om en zie een grote lach op zijn gezichtje en zijn mooie ogen glimmen.
‘Soms zijn er dagen, ik weet niet goed hoe ik het moet zeggen, maar dat ik mijn leven gewoon zo fijn vind,’ zegt hij. ‘Het is iets wat ik voel maar waar ik geen woord voor weet.’ Mijn jongste zoon benoemt graag zijn gevoelens. Iets wat ik benijd.
‘Maar daar is wel een woord voor hoor,’ zeg ik. Ik leg m’n pollepel weg en laat de kip even voor wat het is. Gas laag, ik ken mezelf.
‘Oh ja?’
‘Jazeker,’ zeg ik, ‘dan ben je gelukkig.’ Ik moet lachen en verrukt kijkt hij me aan.
‘Oh dus dat is het, ik voel me gelukkig!’ Hij pakt zijn voetbal op en loopt ermee de tuin in.

Zeker net zo gelukkig als hij pak ik de pollepel weer op, draai de gaspit hoger en roer weer in de kip.
Dan komt hij terug, pakt een vork en prikt er een stukje kip-met-saus-uit-een-pakje aan. Hij proeft, oogjes dicht.
‘Jij maakt echt geweldige kip, mam. Kus?’ Ik druk een kus op zijn voorhoofd en hij slaat zijn armpjes om me heen.
Ik besluit ter plekke om geen enkel risico te nemen en voortaan alleen nog maar saus uit een pakje te maken. Want beter dan dit wordt het niet, ook niet met vers geplukte ingrediënten.