Hokjescultuur
“I am not a he and not a she, but they or them.” Dit is een van de eerste dingen die een vriend(in) uit Zweden tegen mij heeft gezegd toen wij elkaar ontmoetten. Ze legden me uit dat ze zich als ‘man’ én als ‘vrouw’ identificeren en daarom liever als meervoud door het leven gaan. Toen ik vroeg of dit gevoel door hun omgeving geaccepteerd wordt, trokken ze een moeilijk gezicht. Ja; voor hun vrienden in Zweden vormt het geen enkel probleem. Hun familie in West-Europa hebben er echter wél moeite mee:volgens hen heeft de natuur al ver voor de geboorte bepaald tot welk geslacht je behoort. Het is al enige tijd geleden dat dit gesprek heeft plaats gevonden. Toch moest ik er afgelopen week door aandacht voor de LBHTI-community weer aan denken.
Zoals ik het zie, valt er niet te ontkennen dat er tussen ‘mannen’ en ‘vrouwen’ lichamelijke verschillen zijn. Naast de geslachtskenmerken, zijn ook de hormonale huishouding en hersenstructuur anders. Dat deze laatste ook een belangrijke rol speelt bij de vorming van het geslacht blijkt uit het feit dat baby’s die met een onduidelijk geslacht worden geboren en vervolgens naar een duidelijk geslacht zijn geopereerd, toch vaak het gevoel hebben niet in het juiste lichaam te zitten.
Waarom lijkt het voor ons dan zo moeilijk iemand die aangeeft zich niet in zijn/haar/hun geslacht te kunnen vinden te accepteren? Misschien wordt het eens tijd om minder waarde te hechten aan onze geliefde hokjescultuur. Het wordt daar binnen namelijk veel te krap. Bovendien zal het heus niet zo zijn dat het allemaal ontzettend onoverzichtelijk wordt als we stoppen mensen te categoriseren op basis van uiterlijke verschijning. Dan kan hij, zij, ze en mij tenminste weer zorgeloos gaan spelen. Met lego én prinsessenjurken.