De kale banden van mevrouw
Naar de garage voor nieuwe banden is hetzelfde als de helpdesk bellen bij computerproblemen. Ze gaan je altijd vragen stellen, waar je het antwoord niet op weet. En ja hoor. “De bandenmaat,” wil de man aan de telefoon weten. Die heb ik even niet paraat en ik zeg: “Zoek ik op en ik bel terug.” Heel optimistisch, want als ik buiten op de knieën voor m’n auto ligt, weet ik niet welk cijfer de bandenmaat is. In mijn simpele veronderstelling hebben alle Fiat Seicento‘s dezelfde maat. Kleine ronde wieltjes.
Maar nee, een getal hebben ze nodig, dus op naar de garage. Bewapend met pen en een kladblok loopt er een monteur mee naar buiten ‘om even naar de banden van mevrouw te kijken’. Ze blijken kaal te zijn. Ja hallo, dacht je dat ik voor de gezelligheid hier naar toe ben komen rijden? (dat zei ik niet hardop).
Maar ook met de achterbanden blijkt het één en ander mis. Zucht…
Weer binnen neemt de monteur plaats achter de computer en begint te tikken. Even wordt de man afgeleid door een collega die een vraag stelt. Ik sta erbij en luister ernaar. Er schijnt iemand dringend een onderdeel nodig te hebben, iets dat er niet blijkt te zijn, iets waar iemand anders voor had moeten zorgen, maar die had dat weer uitbesteed aan een andere collega en die collega was het weer vergeten te bestellen. Mijn monteur wijst naar me en zegt: “Even verder met de kale banden van mevrouw.” HAHAHA! (ook niet hardop).
Blijkt het om een hééééél speciale maat te gaan. Errug duur ook. Zoooo duur dat het zelfs meneer de monteur te gortig is. De goede man gaat het tot op de bodem uitzoeken en belt me nog terug. “Grotere banden zijn zeker de helft goedkoper,” lacht hij nog.
“Lijkt me wat onhandig rijden.” (dat zei ik wel hardop).