‘s Ochtends op de fiets

Jip Olsthoorn 7 mrt 2017

Mensen hebben tegenwoordig de gekste angsten. Zo heb je, om maar even wat te noemen, angst voor auto’s, angst voor mensen en angst voor lange woorden. Bizar, zou je denken. Maar er is toch echt een angst die, naar mijn mening, erger is dan al deze angsten bij elkaar en zonder het door te hebben zou zelfs jij deze angst kunnen hebben. Ik heb het namelijk over angst om te dromen. En nee, ik bedoel hiermee niet de angst om ’s avonds in slaap te vallen, ik bedoel de angst om iets van je leven te maken en om te fantaseren.

’s Ochtends als ik op de fiets zit naar school, denk ik veel na. Ik vraag me af wat andere mensen denken. Waar zou die man in die rode auto heen gaan? Waarom zou die oude vrouw zo verdrietig kijken? Wie zou er in dat grote huis wonen?
Ik kom bij de plek waar ik met mijn vriendinnen afspreek en we fietsen vervolgens met z’n allen verder. We praten over school, sport en andere dagelijkse bezigheden en komen vervolgens bij school aan. Jas in m’n kluisje, naar het lokaal lopen, tussendoor struikelen over een stel bruggers, de docent komt aanlopen, opent de deur en de schooldag begint. Na school fiets ik naar huis, maak ik m’n huiswerk, ga ik eten en slapen en de volgende ochtend begint alles weer opnieuw.
’s Avonds in bed denk ik aan vandaag, denk ik aan morgen. Ik denk aan vroeger, denk aan later.

Tegenwoordig wordt ieders leven van jongs af aan al voor een groot deel bepaald. Je gaat naar de basisschool, middelbare school, volgt één of meerdere studies, zoekt een baan en krijgt vervolgens kinderen. We leven in een roes en nemen deze graag als houvast.

Ik zit met mijn hoofd bij verplichtingen, familie en vrienden. Op momenten dat ik een keer niks heb om me druk over te maken, besef ik me dat ik eigenlijk constant in het nu leef. Ik denk niet meer lang vooruit, ik droom nooit meer. Het zijn slechts kleine momenten, als ’s ochtends op de fiets en ’s avonds in bed, wanneer ik echt wat dieper nadenk. Momenten van rust. Momenten voor mezelf.

Ik weet zeker dat ik niet de enige ben. Ik ben niet de enige die af en toe vergeet om te dromen. Vergeten te dromen is niet erg. Angst om te dromen, dat is waar het probleem zit.