‘Hey, wil jij mijn afgetrainde buikje zien?’
Het nut van buikspieren trainen, is dat er? Zoals elke week begon ik de maandag met een yogalesje. Niet omdat het moet, maar omdat het kan. Fris en fruitig stond ik om 9 uur paraat in de sportschool. Strak leggingkje aan, haar in een fancy knotje bovenop mijn hoofd en ready to go. Op mijn yogamat doe ik de nodige zonnegroetjes en hip-openers, waar ik altijd van genieten kan en best wel zen van word. Beter kan de week niet beginnen, toch? Echter komt er elke les weer een serie oefeningen terug waarvan ik het nut maar niet kan snappen, namelijk de buikspieroefeningen. Het nummer waarop menig vrouw zich al liggend en puffend (nee, niet barend) in het zweet werkt. En waarvoor eigenlijk?! Al liggend op mijn rug vraag ik mezelf af: ‘Waarom doe ik dit eigenlijk?!’ Waarom trainen wij vrouwen, en mannen!, onze buikspieren?! Doen we dat voor onszelf of voor iemand anders? Fajah Lourens zal trots op me zijn, maar daar doe ik het natuurlijk niet voor. En voor die enkele dagen in het jaar dat ik in bikini op het strand rondparadeer? Hmm ook niet. Aangezien ik ‘s ochtends vaak gehaast uit bed rol, heb ik ook geen tijd om mijn getrainde buikje te staan bewonderen en bekijken in de spiegel. Ik denk weinig mensen met mij. Dus ook dan gaat over het algemeen de buik ongezien, huppakee, onder een blouse of shirt. Geen haan die er naar kraait. Het overgrote deel van de tijd overdag draag ik buik-bedekkende kleding, geen naveltruitjes dus, en als ik mensen tegenkom is niet het eerste wat ik vraag: ‘Wil je mijn mooie afgetrainde buikje zien?’. Dus wat is in godsnaam het nut van buikspieren trainen? Wie ziet het en wie heeft er belang bij? Ik in ieder geval niet. Waarom doe ik het dan? Omdat het moet. Elk voordeel heeft z’n nadeel en zo ook deze wekelijkse yogasessie, waarvan ik de zonnegroetjes het meest kan waarderen en de buikspiertraining maar voor lief moet nemen.