De tijd staat stil
Alsof het zo erg is. Alsof je niet zou willen dat iets blijvend is.
Dat het nooit ophoudt.
Omdat je lief hebt, of het verhaal niet wilt afsluiten. Nog niet.
Wanneer ergens binnengetreden wordt, waar herinneringen zich aan je opdringen.
Of dit eigen belevenissen zijn, of volstrekt onbekende.
Dan klinkt de zuchtende weerstand.
Een heimelijke aanklacht, doordat loslaten soms moeilijk is.
Sjonge, de tijd heeft hier stil gestaan.
Laat mij achterhaalt zijn. Laat me liefhebben.
Dan ben ik maar conservatief.
Soms wilde ik enkel vernieuwing. Stommeling die ik ben.
Alsof dat alles is.
Mijn nieuwe telefoon is nog niet gevallen.
Iedere avond dat hij veilig op mijn nachtkastje ligt, ben ik trots.
Elke nieuwe morgen, hoop ik dat vandaag ook goed zal gaan.
Een kwetsbare zeepbel, te nieuw om van te genieten.
Krasvrij en zonder vingerafdrukken.
Ten volle waarderen, dat is iets uit den boze.
Je kunt er naar kijken, maar aanraken is iets voor de geoefenden.
Doorleefd is dan toch fijner.
De scheuren en barsten zijn er al.
Daar kun je mee leren leven. Ja, zelfs waarderen.
Symboliek tot in het oneindige.
De bank van mijn grootouders.
Hij zit lekker, een beetje hard.
Opgenomen in de stamboom, wortel ik me in de antieke oudheid.
De scheuren doen me denken aan het testen van de vering, door de jonge versie van mijn vader.
Al veroorzaakte hij ze niet, in mijn hoofd wel.
Soms voel ik me niet oud genoeg.
Wanneer ik iets aan wil raken, en het later toch een zeepbel blijkt.
Soms voel ik me precies de tijd die ik niet los kan laten. Ik kus de rimpels van geliefden.
Opgenomen in mijn vintage inrichting.