Wie ben ik, als ik nog niet ben waar ik moet zijn?
Daar zit ik dan, op vrijdagochtend tegenover de projectmanager waar ik inmiddels zeven maanden mee samenwerk. In een confronterend gesprek vertelt zij mij dat ik het eigenlijk niet zo goed doe op de werkvloer. Mijn soms lege blik, afdwalende gedachten en niets zeggende houding blijk ik voor haar niet te hebben kunnen verbergen. Wel voor mijzelf, want ondanks dat ik mij kan vinden in wat zij zegt, heb ik er nog niet bij stil gestaan en haar constatering komt hard bij mij binnen. Zij stelt mij een aantal prangende vragen; heb je het wel naar je zin? zit je wel op je plek? Mijn gevecht tegen de tranen die vijf minuten geleden begonnen te branden blijkt een hopeloze strijd. Mijn tranen winnen en ik geef ze de vrije loop. Er gaat enorm veel door mijn hoofd, maar samenvattend is het de realisatie dat ik niet op mijn plek zit, en dat ik het lange doorstuderen (negen jaren welgeteld) om iets te doen wat mij echt gelukkig maakt, in werkelijkheid toch anders uitpakte dan ik voor ogen had. We ronden ons gesprek af en in een soort roes vervolg ik mijn dag, en daarna mijn weekend.
Op maandagochtend is alles op zijn plek gevallen. In het weekend heb ik geprobeerd om mijzelf druk te maken over het feit dat ik het niet goed doe en een gedwongen vertrek misschien wel in de toekomst lag, maar het gebeurde niet. Eerlijk is eerlijk, ik word nou eenmaal niet vrolijk van infrastructuurprojecten. De roes ging over in een gevoel van rust en ademruimte. Het werd mij duidelijk dat deze deur langzaam dicht ging, omdat er ergens anders voor mij een deur open ging. Was dit het leven, het universum, of god? Geen idee wie er met die deuren speelt, maar dank je wel.
Een jaar geleden ben ik afgestudeerd. Dat betekende het einde van mijn studiereis, maar ik sta nog in de kinderschoenen van mijn mentale reis. Als liefhebber van reizen mag ik dan ook niet klagen. De openstaande deur waar ik komende maand doorheen zal wandelen, is totaal anders dan wat ik nu doe. Het werken bij een gemeentelijk bouwproject ruil ik in voor het werken bij een hostel. Mijn liefde voor reizen, mijn mentale reis en de reislustige mensen die ik verwacht te ontmoeten wekken mijn nieuwsgierigheid voor de toekomst. Ik ben precies waar ik moet zijn. Mijn backpack is ingepakt, ik ben er klaar voor.