Wat wil je doen met je leven?
Ik kijk haar strak aan, maar ze kijkt vragend terug. Ze lijkt niet helemaal begrepen te hebben wat ik zojuist heb gezegd. Ik herhaal de vraag.
‘Wat wil je doen met je leven?’
Ze begrijpt dat ik het meen en dat ze maar beter goed na kan denken over haar antwoord. Ze blijft zwijgen. Op haar gezicht verschijnt een mysterieuze glimlach. Ze legt haar hand op de mijne, alsof ze daarmee wil zeggen dat ik mij geen zorgen hoef te maken. Ze heeft een plan.
Maar als oudere en dus wijze zus, maak ik mij wél zorgen om haar. Ik weet nog hoe het voor mij was om op te groeien en keuzes te maken.
Eerst gaat het heel onbewust. Als je jong bent doe je eigenlijk gewoon wat je leuk vindt.
Maar dan komt de grote boze Cito-toets en gaan er deuren voor je open én deuren voor je dicht. Scoor je hoog? Dan ga je naar Havo of VWO. Scoor je laag? Dan heb je niet eens een keus.
Eenmaal op de middelbare school, volgen nog meer beslissingen. Maak je wel of niet je huiswerk? Welk vakkenpakket kies je? Doe je sneakers of hakjes aan naar het schoolfeest? Van die laatste heb ik trouwens nog steeds spijt.
Aan het einde van de middelbare school, kies je voor een vervolgopleiding. Of misschien juist niet. Waarom studeren als je ook gelijk kunt gaan werken? Er leiden meerdere wegen naar Rome. Wil je eigenlijk wel naar Rome? Had je niet liever eerst een wereldreis gemaakt? Of een gezin gesticht met je grote liefde? Is hij wel je grote liefde?
Met elke weg die je volgt, verlaat je weer een ander pad en voor je het weet ligt je toekomst vast. Je dénkt dat het je overkomt, maar je was gewoon niet goed genoeg voorbereid. En nu is het te laat.
Als ik weer naar mijn zusje kijk, zit ze weer op haar plek voor de televisie. Haar ogen zijn gefixeerd op haar favoriete serie en haar handen klappen mee op de intro. Op de stoel naast haar heeft ze een knuffelbeer neergezet, met daar voor een half leeggedronken beker limonade.
Mijn zusje wordt volgende maand alweer drie jaar oud. Het wordt tijd dat ze keuzes gaat maken.