Het jongetje met de lolly
Afgelopen week was ik in het plaatselijke centrum. Struinend door de passage viel mijn oog op een klein jongetje die met zijn moeder in gesprek was. Het jongetje, die niet ouder was dan tien, kreeg een paar centjes in zijn handjes gedrukt. Ik hoorde zijn moeder zeggen; ‘koop maar die lolly die je zo lekker vindt. Als je de lolly gevonden hebt loop je naar de kassa toe en geef je die man daar de centjes, want dan is de lolly van jou. Ik wacht hier op je tot je terug bent.’
Ik werd om de een of andere reden nieuwsgierig naar hoe het jongetje dit gaat aanpakken en of het hem gaat lukken, dus liep ik de snoepwinkel in waar het jongetje al meteen begon te zoeken naar zijn lievelingslolly. Het was zo’n kind met een bol, vrolijk hoofdje met kraaloogjes, zo’n kind waarvan je denkt dat hij altijd lief is. Ik moest ongemerkt glimlachten toen ik vanachter de zuurstokken zag dat het jongetje zijn lolly gevonden had. Hij liep snel naar de kassa en gaf de centjes aan de man achter de balie. ‘Dankjewel,’ zei de man op zijn vriendelijkst, al vond ik het niet helemaal uit de grond van zijn hart komen. Het jongetje liep stralend weer naar zijn moeder toe.
Plots schoot me ten binnen waarom ik zo nieuwsgierig was naar deze situatie. Ik had het eerder gezien. Maar frappant genoeg niet in mijn dromen, maar afgelopen zomer in Zuid-Frankrijk. Op een geweldig Frans pleintje zat ik met mijn ouders pizza te eten van een stel die een stacaravan bezaten die uitgestald op het plein stond. Waarschijnlijk stonden ze er al jaren. Ze verkochten niet alleen pizza, maar ook andere voedselwaren als frisdrank, pannenkoeken en snoepjes. Dus ook lolly’s. Op een gegeven moment kwam er een Frans jongetje aanlopen, ook met centjes in zijn handen. Terwijl ik aan tafel de heerlijke pizza naar binnen werkte, zag ik hoe de aardige man in de stacaravan de lolly pakte waar het jongetje om vroeg. Het jongetje wilde de centjes geven aan de man, maar die weigerde het geld. Het Franse jongetje liep vrolijk weer weg, nu met een lolly rijker, terwijl de aardige Fransman hem glimlachend nakeek vanuit zijn stacaravan.
Vriendelijkheid geef je door. Met de nieuwe zelfbedachte quote liep ik de snoepwinkel uit, en keek het jongetje met zijn moeder na. Het jongetje genietend van zijn lolly, zijn moeder vol van zijn prestatie.