Een heel klein stukje aarde
’15 miljoen mensen, op dat hele kleine stukje aarde’. U kent vast die reclamespot van de Postbank uit 1996 nog wel, waarin Nederland wordt geportretteerd als liberaal paradijs van leernichten met joints in de mond die de petten van politieagenten afpakken. Vindt u het ook zo jammer dat het vijftienmiljoenmensengevoel uit Nederland lijkt te zijn verdwenen? Ik wel, want ik houd van illusies.
Wat, zult u zeggen? Heeft het Nederland van Fluitsma & Van Tijn nooit bestaan? Jawel, maar het is een typisch product van de jaren negentig, dat onbestemde tijdvak tussen Berlijnse Muur en 9/11 in. Het was een prachtig decennium, waarin Duitsers spontaan Engels tegen je begonnen te praten tijdens steeds goedkoper wordende vliegreizen, en de nachten in het Utrechtse studentenleven pas ophielden als de basisbeurs was geconsumeerd.
Ondergetekende is bevooroordeeld omdat hij toentertijd nog jong genoeg was om mensen spontaan op de mond te zoenen, vandaar die voorkeur voor ’15 miljoen mensen’. Je had in die tijd ook gemengd toegankelijke avonden in discotheek Fellini – onder het Utrechtse stadhuis, waar je zomaar als heteroseksueel bepoteld kon worden door een seksegenoot, wederom in de laconieke lieve vrede van de jaren negentig.
De enige die niets leek op te hebben met dit Hollandse levensgevoel, was een Marokkaanse schoonmaker in de apothekersgroothandel waar ik orders placht te picken (soms ook pikken, maar dit terzijde). Toen het liedje van Fluitsma & Van Tijn wegens hitgevoeligheid regelmatig op huiszender Sky Radio werd gedraaid, zong hij graag: ’15 miljoen varkens’, en lachte er grimmig bij.