‘Volgende keer bij een zeefspeciaalzaak’

[email protected] 2 jan 2017

Het is donderdag, twintig voor één. Ik ben kortademig op weg naar mijn job. Opnieuw moet er worden gelopen in de stationshal.

Vandaag ben ik een drietal jaar tewerkgesteld als begeleidster in een mobiel crisisteam. Drie jaar geleden stap ik als net-afgestudeerd stukje vlees binnen in het MCT. Grote ogen vol ambitie, zoals mijn baas het beschreef ‘een dartelend konijn’. Ik wrong me tussen ervaren krachten, de bedreiging voorbij, idealistisch want ik wilde iets betekenen. Crisiswerk, echt iets voor mij!

Ik neem plaats in de trein. Mijn maag voelt gespannen, anders dan voorheen. Ditmaal uit een niet weg te duwen opgetogen gevoel. De meeste dagen van afgelopen jaar ervoer ik diezelfde lichamelijke sensatie, maar dan gecreëerd door een gedachtevloed op een bedje van angst. Vandaag niet. Ik maakte een andere keuze.
De vrouw voor me heeft er geen idee van. Ze ziet er nogal versuft uit, ze zakt weg tegen het koude randje raam. Mijn verhoogde hartslag heeft geen enkele invloed op de ademende wagoninhoud. Ik merk op dat de versmelting tussen mens en telefoon elke dag groter wordt. Hoewel dat niet vreemd meer mag zijn, is het dat wel.

Het staat vast. D-Day. Dit is de eerste dag waarop de balans officieel verstoord is. De contra’s winnen van de pro’s in mijn eeuwigdurende kosten-baten analyse. Irreversibel. Het is vreemd om het gevoel van vastberadenheid terug te herkennen. Anyway, enough is enough. Ik zeg op. Ik tik af. Ik geef door, en laat vooral zijn.
Ja, ik neem ontslag. Niet heroïsch of zelfs gedenkwaardig, maar wel fier. Mijn absolute trots stijgt enkel bij het bedenken dat ik mezelf niet ga verloochenen, maar mijn hart is week en boos. Ik laat de rijkdom achter, waar ik menslievendheid in kwijt kan. Pijnlijk, want naast mijn trots moet ik toegeven: het is van ‘niet meer kunnen’, eerder dan ‘niet meer willen’.
Frustraties worden gebouwd en door mijn zeefje gefilterd. Bij het zeven houd je fijne meel over. De grote brokken zorgen voor problemen in het deeg van je taart.

Maar na een tweetal jaar werd het mij duidelijk dat mijn zeefje niet kwalitatief was. Dit zal wel het eerste negatieve effect zijn aan de gewoonte om de dingen tweedehands te kopen. Ik ontdekte het opschrift ‘IKEA’ op het handvat, en niet één of ander prestigieus merk van een zeefspeciaalzaak. Iedereen weet dat je ze daar beter koopt. In januari merkte ik voor het eerst dat enkele mazen verschoven waren. Erna scheurde het rasterwerk verder…

Ik moet leren nieuwe dingen kopen