Taalverloedering of puristen

Astrid den Exter 30 jan 2017

De laatste weken valt mij opnieuw taalverloedering op. De laatst weken houd ik mij voornamelijk informatief op het internet bezig waardoor dit onderwerp, althans bij mij, onder de aandacht komt. Sommige woorden laten mij denken aan taalverloedering. Wanneer spreek je van taalverloedering? Taalverloedering is een onderwerp waar historische taalkundigen zich mee bezighouden. Historische taalkundigen zagen taalverandering al als een onvermijdelijk proces. Van Dale, het bekendste verklarende woordenboek van het Nederlands omschrijft dat taal net zoals de wereld altijd in beweging is.

Neem bijvoorbeeld de woorden afrofuturisme of digibesitas die in 2016 aan de Van Dale zijn toegevoegd. Nu houden historische taalkundigen zich meer bezig met de aard van taal dan om de taalverandering zelf. Ondanks dat er wel meerdere speerpunten zijn waar historische taalkundigen zich mee bezighouden, benoem ik het beschrijven en verklaren van de taalverandering en het ontwikkelen van algemene theorieën door hen. Nu zie ik mij niet als een taalzuiveraar die zich als beschermer van de moedertaal opwerpt en die zich dagelijks met taal bezighoud. Dat ik mij over dit onderwerp buig komt meer omdat ik door anderen als kritisch en soms ongemakkelijk wordt gezien. Overigens een eigenschap waar ik mij eerder nooit bewust van was, maar waar ik mij nu wel in herken. Door over dit onderwerp te schrijven begeef ik mij voorzichtig in het gebied van historische taalkundigen en de taalfilosofie. Dat is wel gewaagd, moet ik bekennen. Pogingen van taalzuiveraars, puristen, om het ontwikkelingsproces dat taal veranderlijk is te stoppen, sluiten niet aan bij de historische taalkundigen en de filosofie van de taal. Dat taal voor iedereen verschillend en divers is, beschrijft Leufkens door taal vanuit verschillende perspectieven te benaderen over wat taal is, en die zij veelzijdig noemt. Wanneer ik lees, is het voor mij onbelangrijk te weten of ik mij in het gebied van de historische taalkundige of mij in het gebied van puristen begeef. Zo kan een jonge ondernemer arbitrair of willekeurig zijn taal gebruiken om de eenvoudige reden dat goederen die in het assortiment van de onderneming zitten, bedoeld zijn voor jongeren. Ik stel mij voor dat zo`n ondernemer, zich bewust van de hogere klassen of taalgemeenschap wilt onderscheiden, door een eigen woordenschat te creëren met als doel potentiële consumenten, de jongeren. Voor de ondernemer geldt het gebruik van taal als middel, een commercie.