Potten, Poten en Marokkanen. Minks column 11-2-’17
Potten, Poten en Marokkanen. Minks wekelijkse column 11-2-‘17
Trillend als een riet gaat Jaap tegenover zijn moeder zitten.
Met een wakkere blik kijkt ze hem vanuit de luie stoel over haar leesbril aan.
“Mam?” “Ja jongen”. “Ik moet je wat heftigs vertellen”.
“Kom maar op” zegt ze, ogenschijnlijk kalm, terwijl de doemscenario’s door haar hoofd schieten: drugs, misdaad, nee hé.
“Mam, ik, ik, ik ben homo, ik hou van mannen”.
“Wist ik al lang Jaap, zelf een blinde kan dat zien, vlak voor je vader stierf hebben we het er nog over gehad.
“Lekker verhaal, kon je dat niet even eerder tegen me zeggen, had me een hoop slapeloze nachten bespaard”.
“Kijk wel uit, ik ga jou niet vertellen hoe je zou kunnen zijn, daar moet je zelf achter komen, nu weet je het echt zeker”.
Tastende blikken toetsen gedachten terwijl het slingeruurwerk van oma een seconde of tien alleen aan het woord is. Een lange omhelzing bevestigt de innige band tussen deze moeder en haar zoon.
Jaap komt een paar keer per maand bij ons een wijntje halen, laatst met zijn nieuwe vriend, een verhuizer, leuke gasten.
Lizette en Patries nemen hun jonge slungelhond mee, hij moet nog leren, in zijn mand onder het biljart is hun kind best braaf.
Ze noemen elkaar schat, Patries streelt tijdens het praten de rug van Lizette met een soort van tederheid waar ik jaloers op zou kunnen worden ware het niet dat ik het ze echt gun.
Ooit hadden we allebei wel iets met mannen maar toch klopt dit gewoon beter. Ja en hoe dat dan gaat en zo, moet je niet vragen dat doe je bij hetero’s ook niet. Lekker zijn wie je bent en zo is het goed.
Faiza en Ismael komen de kroeg in, zij werkt bij een soort van provider, hij in de horeca. Net getrouwd, hand in hand dansend met bewegende bloemen, haar lach geeft de winter het nakijken, zijn vriendschap staaft vertrouwen, ze vieren liefde en strooien lente.
Waar zij lopen, ploppen krokussen en narcissen geurend en prematuur uit de grond, bedwelmd door de warme streling van hun intens geluk.
Ik voel me thuis in die kroeg met poten, potten en Marokkanen.
Er komen trouwens nog wel meer gewone mensen bij ons binnen.