Peyton
Zoals velen anderen, meer verdedigd tegen de overweldigende uitspattingen van het allerdaagse, heb ik haar leren kennen via via op een druilerige zondag, of weet ik veel welke dag, in de schemer van de bijna-nacht. Mijn nicht, ouder dan ik, kende haar al langer, en stelde een meet voor, niets geforceerd. Meer suggestie. Ze was jonger dan ik. En ik had quasi quasimodo geen zin in buitenlucht, in licht, en met de afflictie inbegrepen, in anderen. Nieuwe mensen.
Ik wachtte op een rit van broer naar nicht om met haar kennis te maken, op bezoek. Een buiten-stedelijke woningzone was het doelwit, en het huisje was strak, simpel en elegant. Baksteen en co. Binnen was het erg stil. De moeder van haar was er ook. En haar grootouders. Ik loop temidden van de woonkamer, en begraaf me in het zacht van sofa en zit goed, hoopvol. Mijn nicht gaat naast me zitten, kijkt me aan, zegt, ‘Wil je haar vasthouden?’
Peyton is minder dan één, en van mijn nicht, haar moeder. Kraambezoek. Op die jonge leeftijd kunnen ze niets. Lachen, soms. Slapen, zeker. Meer niet, niet dat ik weet. Maar er is iets, verborgen, bedolven onder rose en geurigheid, onder baby-olie en warmte, dat ze hebben, en kunnen. Geven. Nu komt het. Liefde. Wat insloeg net een komeet. Wat die witte doch onzichtbare wond in je borst opent. Maar parallel daaraan is er iets anders, dat me verwondert, en boeit. Dat is een nieuw begin. Een nieuw leven biedt dat. Nieuwe kansen, tussen mij en mijn nicht, haar pa, haar grootouders. Met haar als ze groter is. Een mogelijkheid voor mij oom te zijn. Volwassen. Wijs-proberend, maar vooral daar te zijn, voor haar, als ze dat zou willen, als ze groter was. Om een beter persoon te zijn. Zonder frustatie, agressie. Negativiteit. Maar gelukkig, die dikke warmte van nieuw leven is makkelijk te omarmen, net een roze deken om je geslagen.
Onder verwondering, soort van verslagen door kalmte en die cheezy good vibes, schrijf ik in haar kraambezoek boekje voor als ze later kan lezen terwijl ik kruimels van rose en wit en bruin van mijn mond afveeg. Bedoeling is dat je vertelt wat jullie samen gaan doen, als ze groter is. Ik lees wat anderen schreven. Shoppen en winkelen. Manny-peddie’s, wat dat ook is. Maar dan is het mijn beurt. Maar ik weet niet wat te schrijven. Ik vul de makkelijke in. Mijn naam, leeftijd. Waar ze zeker heen moet: NYC. No-brainer. Maar dan. Ik, en haar? Wat? En uiteindelijk schrijf ik op de timide stippellijntjes: Peyton, waar jij wil, hier of daar. Ik ben er.