Goeie Gast
Als je je tijdens het afgelopen feestseizoen weer eens lichtelijk wanhopig hebt afgevraagd hoe het nou komt dat je in horeca of winkel zo slecht geholpen bent heb ik een tip voor je. Kijk even in een keukenkastje. Grote kans namelijk dat je de oorzaak zelf in huis hebt. Ik bedoel dat culturele fenomeen met deksel waar veel buitenlanders grappen over maken als ze bij ons te gast zijn; de hollandse koektrommel. Nivellering in een blikken jasje. Eén koekje, en dan snel weer dicht en binnen handbereik van de eigenaar. Eéntje is wel genoeg, het moet niet te gek worden, straks denken we nog dat we speciaal zijn. Je ziet het ook terug in onze uitspraak van het woord gast; klinkt meestal als “gahast”, en wordt dan gevolgd door zoiets als “doe normaal”!
Aldus verpakt in een koekblikharnas trekken wij de wondere wereld van horeca en detailhandel in, waar we ons best doen om de door ouderlijke beteugeling opgelopen achterstand in consumptie vrijheid in te halen, want we willen dat tweede koekje natuurlijk wel. En of het nou komt door angst dat we het alsnog niet krijgen, of een calvinistisch soort schuldgevoel dat we dat tweede koekje toch willen, het effect is hetzelfde. Het gaat niet zachtzinnig, het heeft vaak meer weg van de bestorming van een kasteel; “hier met dat koekje of ik breek de tent af”. Helaas wordt dat kasteel bevolkt door opvoedkundige lotgenoten, die van huis uit gewend zijn het deksel op de trommel te houden. Herkenbaar?
Nu wordt in winkels, bars en restaurant de nodige aandacht besteed aan het opleiden van de medewerkers in servicegerichtheid, maar er is geen opleiding voor de ontvangende k(l)ant. Dat is jammer, want een gast die de regels van het spel begrijpt merkt dat hij automatisch beter en persoonlijker wordt bediend, en daar worden beide partijen uiteindelijk een stuk blijer van. Hoe ik het zelf doe? Door te bedenken of ik de ongestelde vraag of opmerking richting de bediening ook zou plaatsen als de persoon in kwestie een zoon of dochter van vrienden zou zijn. Daarnaast werkt het zelf aan de andere kant staan ook heel verfrissend. Dat merkte ik tijdens bardienst op de tennisclub. Dan heb je toch momenten dat je over de toog kijkt en denkt; “Gahast, doe normaal”.
meer columns op www.marceldenktanders.com