God zegene u
Samen met zijn trouwe muilezel (een oude herenfiets) kijkt de nomade hulpvragend om zich heen. De volgepakte rieten manden (canvas tassen van de Lidl) bungelen aan zijn trouwe kompaan. Zo laat op de avond lijkt vanaf zijn positie (de ingang van het metrostation) de afdaling in het diepe ravijn (de gladde traptreden naar de warme aankomsthal) een gruwel. De meeste voorbijgangers hebben geen oog voor dit droevige tafereel en lopen gehaast door.
Het lijkt een koude overnachting te worden zonder beschutting. Totdat een barmhartige Samaritaan hem zijn hulp aanbiedt. Hij pakt zijn muilezel bij de teugels (de fiets bij het stuur) en leidt het brave dier midden in de nacht door het donkere dal. Beneden aangekomen staat de oude vagebond nog een aangename verrassing te wachten. Want zijn reddende engel tast in zijn buidel (pakt zijn portemonnee uit zijn broekzak) en betaalt de toegang tot de herberg (opent met zijn OV-chipkaart het poortje).
God zegene u, zijn de laatste warme woorden van de eenzame reiziger.