Feestje tegen een dipje
Maandagavond was ik aanwezig op het Depressiegala om donateurs te werven voor de Mental Health Foundation. Het is de tweede keer dat dit gala met discutabele naam – gala en depressie, wat een rare combinatie, is het veelgehoorde commentaar – door de Foundation wordt georganiseerd. Dit jaar ligt de focus op depressie onder jongeren. De cijfers zijn namelijk schokkend: 1 op de 15 jongeren lijdt tegenwoordig aan een depressie.
Een schare BN’ers liet op het podium van zich horen. Mike Boddé, sinds zijn boek PIL voor eeuwig bekend als de lolbroek met een groot talent voor dipjes, opende zijn act zittend achter een vleugel en riep ‘Everybody depri?!’ Martine Sandifort, ook wel bekend als dokter Corry, zong een treurig lied dat eindigde met de frase ‘iemand heeft je nodig.’ Martine versprak zich onlangs tot haar eigen schrik op Radio 1 over de door haar gevolgde groepstherapie vanwege een depressie. Katja Schuurman was ingevlogen om in de camera een overtuigend verhaal te vertellen over de ziekte en de noodzaak om hiertegen te strijden, wat zo goed ging dat deze take resulteerde in een high five met de regisseur. Ze was even snel verdwenen als aanwezig maar dat mocht de depressiepret niet drukken, een lekker wijf doet het immers altijd goed op een benefietfestijn.
Het meest indrukwekkend was echter de 18-jarige Laura van Kaam. The Voice Kids winnares anno 2013 had afgelopen december op Facebook haar depressie coming-out. Nederland was in shock. Hoe kan zo’n knap, getalenteerd meisje, nu aan een depressie lijden? Laura zong een zelfgeschreven lied over haar depressie, twee staakjes van benen met een dijk van een stem erbovenop. Daarna vertelde ze hoe dankbaar ze was dat ze hier mocht optreden en dat ze ondanks haar depressie van dit moment genoot. Dat ze twee dagen daarna met haar dagbehandeling zou beginnen. De zaal viel stil.
Toen was het pauze, en mochten mijn collega’s en ik aan de slag. Het was op zijn zachtst gezegd uitdagend om een gesprek aan te gaan over depressie en de persoonlijke, vaak pijnlijke verhalen van mensen te horen, om vervolgens uit morele verplichting de iPad erbij te pakken en deze vrolijk onder hun neus te steken. Tot mijn verrassing waren diegenen die ik sprak graag bereid om te doneren voor de strijd tegen deze ziekte. En dat is maar goed ook. De discussie over de naam van dit festijn daargelaten, dit feestje tegen een dipje mag niet worden gemist.