De draad kwijt
Ik moet even zoeken als ik de gemeenschappelijke woonkamer instap. Haar vaste plek aan de tweede tafel van rechts is onbemand. “Hoi oma!” Haar lichaam steunt op de rollator voor het raam. Afgezonderd van de rest lepelt ze geconcentreerd een bakje ijs leeg.
“Ehhh hallo… En jij bent?”
“Ik ben Lynn! Lekker ijsje?”
“Oh god ja, de zusters hier brengen me elke dag wel wat lekkers. Dan weer een snoepje, dan weer een ijsje…”
“Dat kun je makkelijk hebben oma. Hoe bevalt het hier verder?”
“Nou… Ik heb niets te klagen. Maar er komt niemand op visite. Misschien vinden ze het te ver rijden.”
“Maar ik ben hier nu. Gezellig toch, oma?”
“Wie van de drie ben je ook al weer?”
“Lynn. De middelste.”
“Oh ja. Ja, er komen hier ook zoveel mensen op visite. Ik houd het allemaal niet meer bij.”
Ze bestudeert me met haar goede oog. “Toen ik zo jong was als jij, wilde ik eigenlijk helemaal niet trouwen.”
Ik ben verbaasd en tegelijkertijd nieuwsgierig gemaakt door deze plotselinge wending van het gesprek. Krijg ik hier nou een levenslang verdoezeld huwelijksgeheim te horen? Voorzichtig tast ik af: “Waarom niet, oma?”
“Ach meisje, de tijd was toen heel anders. We moésten trouwen.” Ik moet even slikken. En denk aan de trouwfoto’s op de schouw die plots een knappe acteerprestatie lijken.
“Maar… was opa dan niet de ware voor je?”
Nog voordat oma kan antwoorden, knalt er een medebewoonster tegen onze tafel met haar rolstoel. Haar hoofd wordt, voor zover het lukt, recht gehouden met een neksteun. In haar door reuma vervormde vingers houdt ze een onaangestoken sigaret. “Zuster, mag ik? Mag ik?” Vraagt ze monotoon. Terwijl ik haar uitleg dat ik de zuster niet ben, blijft ze hangen als een oude vinylplaat. “Mag ik? Mag ik? Mag ik?”
“Gewoon negeren.” Oma’s stem klinkt ijzig. “Met die mensen hier kun je geen fatsoenlijk gesprek voeren. Het ene moment praten ze als Brugman, het andere moment zijn ze compleet de draad kwijt.”
Ik probeer mijn lach te bedwingen en ons gesprek te hervatten. “Maar waarom wilde je vroeger niet met opa trouwen?”
Ze kijkt me verdwaald aan. “Hoe kom je daarbij? Ik ben wel degelijk met Jan getrouwd!”
“Maar wílde je vroeger wel echt trouwen?”
“Meisje toch, waar heb je het over? Jij zou hier goed tussen passen met je malle vragen!”
Shit. Ik was zo dichtbij.