Oh, even in mijn agenda kijken hoor
Ik heb een dikke laag stof van mijn agenda geblazen. Het gevoel dat dit mij oplevert is immens pleasant en intens. Mijn agenda is nu zo’n beetje mijn wederhelft. Tot een paar maanden geleden verafschuwde ik het groepje waar ik nu toe behoor. Dat groepje dat automatisch ‘oh, even in mijn agenda kijken hoor!’ roept wanneer je een bescheiden koffie date voorstelt. Of het iets Nederlands is of dat het een misplaatste karakteristiek van een ingeworteld stereotype is, valt over te dubben.
Echter weet ik wel: wij ‘Nederlanders’ zeggen het heel vaak. Bij mijn ouders staan vrienden zo voor de deur, voorafgaand met een klein telefoontje ‘Wij zitten in de auto onderweg naar jullie!’. Eenmaal aangekomen, kleuren de orchideeën intens paars, de tafel is op en top verzorgt met smaken waar we allemaal naar smachten en staat de koffie of een wijntje al klaar.
Ik weet niet precies waar het mis ging, maar als mijn vrienden mij bellen dat ze voor de deur staan, weet ik niet hoe snel ik naar de supermarkt moet rennen. Laatst vroeg ik twee vrienden hun jas aan te houden, terwijl ik de deur opendeed. Ik brabbelde iets met wij, nu, naar, een, supermarkt, NU. Mijn moeder mag dit beslist nooit te weten komen.
Afijn, terug naar mijn stofloze agenda. Want mijn agenda, die gebruik ik weer. Vroeger zag ik het als een zwaar blok aan mijn been, maar nu beschouw ik het als een goedkope assistent. Want wanneer ik een project moet inplannen of een koffie date met die oh-zo leuke vriend, dan schud ik ‘oh, even in mijn agenda kijken’ uit mijn mouw en kan ik ze heel fijn informeren: misschien in 2017.
Zucht, misschien is zo’n agenda toch niet zo’n hele leuke wederhelft. Stuur mij maar gewoon een appje met ‘ik sta zo voor je deur’ en ik zal geheid opendoen. Met of zonder koekjes bij de koffie.