Lieve jij
Lieve jij,
Wat zou dat onbeschrijflijk eng zijn geweest.
Wat zou jij met angst in de felle lichten van de vrachtwagen hebben gekeken, als een hertje in het vizier van de jager.
Lieve jij, wat zou er door jou heen zijn gegaan in die korte tijd die je had om het te beseffen?
Zou je het wel hebben beseft in die paar seconden tijd?
Lieve jij, was je de laatste inkopen voor kerst aan het doen?
Of ging je zomaar wat oliebollen eten met je kinderen?
Zonder zorgen en zonder angst.
Lieve jij, wat moeten jouw nabestaanden met hevige hartkloppingen hebben gewacht op een teken van leven van jou.
Van jou lieve jij.
Wat moeten jouw nabestaanden hebben gevoeld toen ze het bericht hoorden?
Wat zullen jouw nabestaanden verdriet hebben, het nog even niet beseffen, en nog hun hele leven moeten omgaan met verlies.
Lieve jij en lieve nabestaanden, jullie; die er niets aan konden doen.
Jullie, die nooit hebben gevraagd om een actie van zo’n zieke geest.
Jij, die bij de aanslagen van afgelopen tijd dacht dat je zelf nooit slachtoffer zou worden. Want het lijkt zo ver weg.
Maar het is zo dichtbij, dat blijkt.
Lieve jij, je zal dit niet meer lezen, je zal dit niet meer horen, maar er zijn miljoenen mensen die aan je denken en om je rouwen.
Een avond naar de kerstmarkt veranderde voor jou in de laatste avond van je leven.
Lieve jij, ik ken je niet, maar ik krijg je niet uit mijn hoofd.
Rust zacht.