Kon ik maar verstaan wat zij te zeggen had
“As..tu..blieft”
“As..tu..blief”
“as-tu-blief mevrouw”
“as..tu..blief mevrouw… wan toe trie vier vijf ..zes zeven ..acht negen …TIEEEN!”
Het duurde niet lang voordat ik merkte dat het niet hun moedertaal was. Maar wat deden ze hun best.
Lachend naar mij op 2 meter afstand in de bus, zit een klein meisje met mooie donkere haren en blosjes op d’r wangen. Terwijl haar moeder haar neus droog veegt, blijft ze ‘hai’ zeggen tegen iedereen die instapt.
Ze wil leren, ik merk dat ze alles zo graag wil leren hier. Om gewoon mee te kunnen praten.. Want praten, dat kan ze. Ze praat aan een stuk door in een taal die ik niet versta.
Kon ik het maar verstaan, kon ik maar horen wat zij te zeggen had. Misschien was het wel over hoe blij ze is om hier te zijn. Misschien was het was over hoe erg ze haar vader mist. Misschien was het wel over hoe graag ze Nederlands zou spreken.
Niemand weet het, alleen haar moeder en oma. Maar kunnen zij het voor mij vertalen? Ik denk dat het kleine meisje van 4 dit sneller onder de knie zal hebben. En wat hoop ik daar op zeg..
Ze stapt, met haar oma en moeder aan de hand, uit de bus en lacht me na. Zij heeft wat van mijn dag gemaakt.