#Fietsleven
Mensen denken dat ik de hele dag door chagrijnig ben. Maar dat ben ik niet. Ik ben het pas vanaf het moment dat ik mijn straat uit fiets, dan begint de fietshel. Daarom stel ik een aantal regels voor. Kan je ze meteen opschrijven als voornemens voor 2017.
1. Als je bij een stoplicht zomaar ineens gaat afremmen omdat je niet wilt afstappen voor die paar luttele seconden dat het stoplicht nog op rood staat, pak dan volgende keer met je luie reet de tram. Er fietsen ook nog mensen achter je die niet weten dat jij ineens je slowmo skills aan het oefenen bent. Trams zijn ook leuk. Give it a try ouwe slowmofietser die je d’r bent.
2. Hand in hand fietsen. Nee. Ook niet als je heel, heel erg verliefd bent.
3. Men zegt weleens dat door mobieltjes niemand meer met elkaar communiceert. In mijn ogen ging het al mis bij de fietsbel. Waarom zou je niet even ‘sorry mag ik er even langs’ roepen als je ergens langs wilt. Het is toch ook vrij achterlijk dat je op zo’n moment ‘n beetje op een bel gaat zitten rammen. Vooral als er verder vrijwel niemand in de straat is. Baby. Leer praten.
4. Bakfietsen weg uit het centrum aub! Over egoïstische voertuigen gesproken. Als ik een bakfietser wil inhalen moet ik in een wereldreis eromheen. Waarom moeten twee mensen die naast elkaar fietsen voor jou uit de weg? Zodat jij er met je geëvolueerde kruiwagen langs kan zeker. En hoe is het veilig voor je kinderen als ze voorop zitten? Leuk een auto rijdt te ver door of jij moet met een vermoeid hoofd je kids naar school brengen. En dan zijn zij als eerste de lul als er iets mis gaat. Wie heeft dat bedacht?
5. Dit is niet echt een regel maar meer een advies. Je hoeft niet achterlijk te kijken tijdens het fietsen. Ook niet met tegenwind. Ook niet als het regent. Je gaat er niet sneller door. Je wordt er niet minder nat van. Of hebben jullie om 00.00 lelijk gekeken. Dan blijft je gezicht zo staan. Geleerd van mijn moeder. Dus dan is het zo.
Nadat ik de fietshel heb doorstaan zet ik altijd mijn fiets in een bewaakte fietsenstalling. Ik rij dan tegen de richting in naar binnen. Niet omdat dat praktisch is, maar omdat de bewaakmeneer dan altijd een beetje flipt vanachter het glas. En dat vind ik mooi. Om met een mooie quote te eindigen: ‘Het leven is als een fietstocht, soms heb je wind mee en soms fiets je achter een bakfiets’.
En dan nu de trein in!